van
Nzérékoré
Guinee
Inhoud
Inleiding
Algemene situatie Guinee
Publieke structuur
Landschap Guinee
Landschap Nzérékoré
Schone en vuile lucht
Licht en donker
Geluid
Het aanzicht van de publieke ruimte
Wegen
Onderhoud
Publieke leven
Buitenleven
Levendig centrum
Van deur tot deur
Werken langs de weg
Wegverkeer
Openbaar vervoer op de weg
Spoorverkeer
Vliegverkeer
Scheepvaart
Publieke voorzieningen
Watervoorziening
Energievoorziening
Mobiele bereikbaarheid
Riolering
Afvalverwerking
Inleiding
In de blogs van onze reis naar Guinee (3 februari tot 7 maart 2020) had
ik geschreven dat Conakry een uitermate smerige en gore stad was en dat de
situatie in Nzérékoré wel meeviel. En dat is ook zo, het is er niet zo erg als
in Conakry. Dat wil overigens niet zeggen dat Nzérékoré een schone stad is.
Eerder het tegenovergestelde. Het is er stoffig, de bermen bestaan uit leem en
zand en er hangt een smog van uitlaatgassen en rokende bermvuurtjes over het
centrum van de stad en de belangrijkste toegangswegen. Ik heb me in mijn werk
altijd met de publieke ruimte beziggehouden.
En van Nzérékoré springen me twee soorten tranen in de ogen, huilend
omdat er veel smerig en kapot is en lachend vanwege de enorme levendigheid. Daarvoor
is de publieke ruimte ook bedoeld, namelijk om er te leven, te verblijven en
zich te verplaatsen.
Dit verhaal gaat allereerst over de publieke ruimte en de publieke
voorzieningen in Nzérékoré. Waar daarvoor aanleiding is, komen Conakry en
geheel Guinee in beeld.
Algemene situatie Guinee
Eerst een schets van de algemene situatie van Guinee. De stichting Milly
Mamoudou heeft dat op een treffende manier gedaan. Hieronder een citaat van de
website van de stichting. http://www.mamoudou.nl/
Guinee, vergeten land in Afrika
Het West-Afrikaanse land Guinee
behoorde tot de Franse koloniën. Rond 1960 moesten de koloniën leren op eigen
benen te gaan staan. Zoals bekend is dat niet overal even goed gelukt. Met name
in de jaren zeventig en tachtig gleden de meeste landen af naar een situatie
waarin corrupte en totalitaire regimes het voor het zeggen kregen. De armoede
nam toe en niet zelden deden burgeroorlogen hun verwoestende werk, zoals in
buurlanden Siërra Leone en Liberia. Dat laatste bleef Guinee bespaard
(sinds de onafhankelijkheid vanaf 2 oktober 1958), maar voor het overige
functioneren de instituties slecht, zijn investeerders niet geïnteresseerd en
zijn zelfs hulporganisaties zeer dun gezaaid. In de dorpen heerst een gelaten
moedeloosheid, en veel mannen zijn weggetrokken op zoek naar inkomen.
Levensomstandigheden
Vele gezinnen in Guinee en zeker op het platteland weten niet of zij bij het wakker worden voor die dag voldoende te eten hebben. Er is een hoge werkloosheid en veel Guineeërs proberen het hoofd boven water te houden door binnen de families een handeltje op te zetten en in het gunstigste geval tijdelijk werk te vinden. Ze helpen elkaar, ze delen het eten met elkaar en ze hebben een ‘wij-cultuur’; iets dat ons veel minder bekend en eigen is.
Vele gezinnen in Guinee en zeker op het platteland weten niet of zij bij het wakker worden voor die dag voldoende te eten hebben. Er is een hoge werkloosheid en veel Guineeërs proberen het hoofd boven water te houden door binnen de families een handeltje op te zetten en in het gunstigste geval tijdelijk werk te vinden. Ze helpen elkaar, ze delen het eten met elkaar en ze hebben een ‘wij-cultuur’; iets dat ons veel minder bekend en eigen is.
13/2>4508 Nzérékoré, met
weinig tevreden
Toch gaat het leven voor de mensen verder: de mensen met hun herinneringen, hun hoop, hun kwaliteiten. Er zijn, ook nu, kansen om een goed en zinvol bestaan op te bouwen, al ziet dat er waarschijnlijk anders uit dan waar wij in het westen aan gewend zijn geraakt. Er is misschien niet eens zoveel voor nodig om mensen uit hun vicieuze cirkel van armoede en uitzichtloosheid te bevrijden. Een gezonde onderneming met respect voor mensen, met aandacht voor hun cultuur, en die een ontmoetingsplaats biedt waar mensen hun eigen kwaliteiten opnieuw kunnen gaan waarderen. Dit alles is een stap in de goede richting.
Politiek
In november 2010 is de eerste democratische verkiezing in Guinee geweest. Er is een president gekozen uit de bevolkingsgroep Malinke. Zijn naam is Condé. De verkiezingen zijn rustig verlopen en daarmee is Guinee het eerste land die dit zonder burgeroorlog heeft gedaan. We hopen dat deze president ervoor zal zorgen dat er stromend water en elektriciteit in Guinee zal komen.
In november 2010 is de eerste democratische verkiezing in Guinee geweest. Er is een president gekozen uit de bevolkingsgroep Malinke. Zijn naam is Condé. De verkiezingen zijn rustig verlopen en daarmee is Guinee het eerste land die dit zonder burgeroorlog heeft gedaan. We hopen dat deze president ervoor zal zorgen dat er stromend water en elektriciteit in Guinee zal komen.
Tot zover het citaat van
de website.
In de loop van 2019 is er
onrust in de politiek en in het land ontstaan omdat de president de grondwet
wilde wijzigen, volgens meerderen met het doel zich voor een derde termijn
verkiesbaar te kunnen stellen. De huidige grondwet van Guinee laat dat namelijk
niet toe. In de periode dat wij in Guinee waren zouden er voorverkiezingen
gehouden worden, maar die werden uitgesteld. Een teken van grote politieke
onrust in Guinee.
Publieke structuur
Landschap Guinee
“Met een oppervlakte ter
grootte van het Verenigd Koninkrijk is er een enorme diversiteit aan prachtige
ongerepte natuur in Guinee en het wordt daarom ook de
tuin van West-Afrika genoemd. De verscheidenheid aan landschappen is enorm: van
de witte zandstranden met wuivende palmbomen aan de Atlantische oceaan tot de
dichtbegroeide bergen in het binnenland. Er valt in diverse gebieden veel regen
en het land is gedeeltelijk bedekt met tropische vegetatie. In de regentijd
zijn de niet geasfalteerde wegen vaak moeilijk begaanbaar en is het gebruik van
een 4x4-drive geen overbodige luxe.
Het laaglandgebied of Laag Guinee bestaat uit de
kustvlakte en mangrovegebieden en wordt doorkruist door vele riviertjes. Het is
er warm en vochtig met veel tropische begroeiing.
Het bekendste strand is het Bel Air Strand nabij Cape Verga. Ooit kon je hier ontspannen in strandhutjes, vandaag de dag staat er echter een gigantisch luxe hotel. Het nabijgelegen Sobané strand is nu meer aanbevolen. Bij de grens met Guinée Bissau liggen enkele interessante eilanden voor vogelaars. Op Île Tristao broeden meer dan 5.000 flamingo's en Afrikaanse lepelaars. Het rotseiland Île Alcatraz is een broedplaats voor de grootste zeevogelkolonies in West-Afrika.
Het bekendste strand is het Bel Air Strand nabij Cape Verga. Ooit kon je hier ontspannen in strandhutjes, vandaag de dag staat er echter een gigantisch luxe hotel. Het nabijgelegen Sobané strand is nu meer aanbevolen. Bij de grens met Guinée Bissau liggen enkele interessante eilanden voor vogelaars. Op Île Tristao broeden meer dan 5.000 flamingo's en Afrikaanse lepelaars. Het rotseiland Île Alcatraz is een broedplaats voor de grootste zeevogelkolonies in West-Afrika.
Het Fouta Djallon-hoogland, ook
wel Moyenne Guinee of Midden Guinee genoemd, is een prachtig bergachtig gebied
met groene, glooiende heuvels en heeft de bijnaam "Zwitserland van
Afrika". Diverse rivieren vinden hier hun oorsprong, zoals de rivieren
Niger en Gambia. In het regenseizoen zijn hier prachtige watervallen. Een leuk
stadje aan de voet van het prachtige hoogland met zijn vergezichten is Dalaba.
Het heeft een sfeer van vervlogen tijden en voor wie wat verfrissing zoekt van
de vochtige warmte is het er aangenaam koel. De Fouta Djallon loopt richting
Mali over in uitgestrekte vlaktes met savannebegroeiing. Dit is het droogste
gedeelte van het verder zo groene Guinee.
In het zuiden van Guinee ligt een
groot gebied met tropisch regenwoud, ook wel Guinee-Forestière genoemd. Hier
vind je uitbundige ongerepte natuur met dichte begroeiing en er valt ook de
meeste regen. De lokale bevolking maakt hier nog vaak gebruik van
medicijnmannen, die de rijkdom van het woud gebruiken voor hun traditionele
medicatie tegen ziektes zoals malaria. *Nzérékoré ligt in dit gebied nabij de grenzen van Ivoorkust
en Liberia.
*) Deze zin is toegevoegd aan het citaat.
12/2>4481 Bololewee, grens met
Liberia bij de rivier Mani, Mèi in de streektaal Mano
Guinee kent officieel geen
nationale parken maar er is genoeg wild te vinden. Het
natuurreservaat Mount Nimba vernoemd naar de berg (1.752 m) staat op
de Unesco-lijst van bedreigde werelderfgoederen. Het ligt op de grens van
Guinee, Liberia en Ivoorkust. Het gebied wordt gedomineerd door een bergketen
en heeft veel waterbronnen. De berghellingen zijn op de lagere plekken bedekt
met dichte bossen en het reservaat kent een bijzonder rijke inheemse flora,
uniek voor het hele West-Afrikaanse continent. Bedreigde diersoorten zoals de
chimpansee en het levendbarende pad komen hier voor maar ook nijlpaarden,
olifanten en krokodillen. Het dorp Bossou op de grens met Libera is een van de
beste plekken van West-Afrika om chimpansees te zien.
Ook in het savannegebied tussen de Fouta Djallon en Mali komen veel wilde dieren voor”.
Ook in het savannegebied tussen de Fouta Djallon en Mali komen veel wilde dieren voor”.
Tot zover het citaat van
de website.
Landschap Nzérékoré
Nzérékoré is een stad met zo’n tweehonderdduizend inwoners, de tweede
stad van het land na de hoofdstad Conakry met ruim één miljoen inwoners. De
grotere plaatsen (tevens prefecturen) rondom Nzérékoré zijn Yomou in het
westen, Macenta in het noordwesten, Beyla in het noorden en Lola in het oosten.
Deze vier prefecturen, samen met de prefecturen Guékédou en Kissidougou, vormen
het landsdeel of regio Nzérékoré. Nzérékoré is zowel de hoofdplaats van de
regio (met aan het hoofd de gouverneur), de hoofdplaats van de prefectuur (met
aan het hoofd de prefect) als de hoofdplaats van de gemeente (met aan het hoofd
de maire of burgemeester).
De stad is organisch gegroeid langs wegen naar andere dorpen en steden en
langs meerdere dalen met traagstromende beken. De beekdalen vormen de groene
aders van de stad waar allerlei gewassen verbouwd worden, zoals rijst. Het
gebied is redelijk vlak en ter plaatse van de uitgeslepen beekdalen
lichtgolvend.
17/2>5104 Nzérékoré, rijstveld
Nzérékoré heeft een tropisch moessonklimaat met
één duidelijk te onderscheiden regenperiode. Deze regenperiode duurt hier van
april tot en met oktober. Tijdens deze regenperiode kan er extreem veel
neerslag vallen. De drogere maanden van het jaar kunnen last ondervinden van de
Harmattan-wind die droge warme lucht uit de Sahara over de regio blaast.
Het
regenwater zakt in de bodem of vloeit af naar de straat waar het in goten wordt
opgevangen. Vervolgens stroomt het naar laagten in het terrein of naar
beken en rivieren. In de regenperiode zijn de onverharde wegen matig
begaanbaar. Vooral de smalle landwegen en de wegen in de woonwijken zijn dan
doorgaans slecht te berijden. De wegen spoelen namelijk uit waardoor kuilen en
slenken nog dieper worden.
Ik heb niet kunnen vaststellen of er (veel) water van de beken verder
afstroomt naar rivieren. Er zal water gebruikt worden voor de verbouw van
gewassen. Er zal veel water verdampen en in de bodem zakken. Water dat verder
stroomt, vooral in de regentijd, zal terecht komen in rivieren die, overigens tientallen
kilometers verwijderd van Nzérékoré, uiteindelijk via Liberia en Ivoorkust uitmonden
in de Atlantische Oceaan. De waterscheiding van rivieren die naar het noorden
afstromen, zoals de Niger, en rivieren die naar het zuiden afstromen, ligt niet
ver boven Nzérékoré. Rondom de stad strekken zich bosgebieden en plantages uit.
23/2>5707 Lola, bosgebied
Plantages van onder andere bananen, koffie, cassave, colanoten, palmolie
en rubber. Aan de zuidkant ligt het Forêt Classée de Diécké, een dicht oerwoud
dat zich uitstrekt tot Diécké nabij de grens met Liberia. En aan de oostkant ligt
het bergmassief en natuurpark Nimba, op de grens met Liberia en Ivoorkust.
Dat de stad organisch gegroeid is, betekent ook dat er geen
structuurverstorende elementen in het landschap zijn aangebracht, zoals
snelwegen, spoorlijnen en stuwmeren. Nzérékoré heeft een grillige structuur
(plattegrond) vooral door het natuurlijke beloop van de beken. Het lijkt wel
alsof het enige planmatige kenmerk de wegen zijn die vanaf de hoofdwegen de wijken inlopen. Die volgen nauwelijks de
beekdalen, maar kruisen ze veelal abrupt.
Het stadsgebied tussen de hoofdwegen en de beekdalen is sterk verdicht,
waarbij de dichtheid van het centrum afneemt naar de randen van de stad bij de
overgang naar het onbebouwde landschap. De zogenaamde rafelranden. In het
centrum is het wegengrit chaotisch. Het
volgt daarbij waarschijnlijk grotendeels de natuurlijke kenmerken en hoogteverschillen
van het gebied. Het duidt in elk geval niet op een sterk planmatige
ontwikkeling in de ruimtelijke historie van Nzérékoré. Buiten het centrum van
de stad is het patroon van straten over het algemeen rechthoekig, wat lijkt op
een planmatige ontwikkeling. De gemeente hanteert een vaste rechthoekige maat
van de uit te geven bouwkavels, namelijk 20 keer 25 meter of een meervoud
daarvan.
Is er ‘openbaar groen’,
enigszins lijkend op Nederland? Nee, het is
anders. Er is veel meer natuur en natuurlijk groen. Je ziet nauwelijks
zogenaamde ‘aangeharkte perkjes’. Op
plekken waar een woning, een bedrijf of een weg wordt gerealiseerd, ‘verwijdert
men het landschap’. De rest blijft gewoon natuur. Er wordt daarom nauwelijks
groen aangelegd. In steden zie je nog
wel eens een perkje of een park.
Het kenmerkende verschil tussen Nederland en Guinee is dat ‘heel
Nederland op de schop is gegaan en opnieuw is ingericht’ en dat ‘Guinee ruimten
in de natuur heeft gemaakt om in te leven’.
Schone en vuile lucht
We hebben in Guinee last gehad van vuile lucht, vooral in de steden
Conakry en Nzérékoré met hun hoge bevolkingsdichtheid. Tijdens het rijden op of
lopen langs de wegen merkten we de hinder van uitlaatgassen, opdwarrelend stof,
brandende bermen en brandende hopen afval.
Vooral de vrachtwagens zijn erg vervuilend, met hun vaak zwarte
rookpluimen. De grond van de school van de Jerome Damey Foundation werd
geëgaliseerd door een zeer vervuilende shovel, die voortdurend inktzwarte
rookpluimen uitbraakte.
In de woonstraten hadden we vooral hinder van brandend afval. Buiten de
steden en de dorpen merkten we veel minder van luchtvervuiling. Wel hier en
daar brandende bermen en velden, om ruimte te maken voor het uitspruiten van
veldgewassen. Wij hebben het droge
seizoen meegemaakt. Tijdens het natte seizoen is er vooral veel minder
opwaaiend stof op de wegen.
Licht en donker
Langs de hoofdwegen en soms langs binnenwegen staan straatlantaarns.
Waar geen straatverlichting is, is het aardedonker. Sommige straatlantaarns
zijn gekoppeld aan elektriciteitsmasten. Andere lantaarns zijn voorzien van
zonnepanelen. Het beeld van lantaarns met vaak (te?) grote zonnepanelen is
altijd lelijk. En bovendien grotesk als je beseft dat de meeste lantaarns ’s
avonds niet branden. ‘Regelmatig onderhoud’ is in Guinee een onbekende term,
overigens voor de héle publieke ruimte.
Geluid
Wanneer gebruik je de claxon, als automobilist maar ook als motorrijder?
Soms lijkt het alsof je beter kunt vragen wanneer de claxon niet gebruikt
wordt, vooral als het druk is. Je hoort getoeter als een motorrijder net iets
te veel uit de wegkant rijdt en een automobilist hem wil inhalen. Of als
voetgangers iets te wijdlopig de straat bevolken. Of als iemand vanaf een
zijweg op jou afrijdt, ongeacht hoe de voorrang geregeld is. En … bij nog een
heleboel andere situaties. De bedoeling van het claxonneren is niet dat jij
stoer bent en dat de ander aan de kant moet. Nee, als jij claxonneert, geef je
aan dat jij eraan komt. Ofwel je waarschuwt de ander. Het gebeurt ook op
onoverzichtelijke situaties en in bochten op stille wegen. In mijn beleving is
niet altijd het verschil te zien tussen ‘ik geef een subtiele waarschuwing’ en
‘ik wil dat jij aan de kant gaat’. Een ander verschil is dat de ene chauffeur
heel veel toetert en de ander alleen claxonneert als het écht nodig is.
Een bijzonder fenomeen in de publieke ruimte is het nachtgeluid. Niet
het geluid van dieren want dat is in Nzérékoré hooguit afkomstig van hanen en
vogels. Maar het geluid van mensen. Want waar mensen zijn is geluid. Waar
mensen zijn is ook herrie. Vooral als feesten en fuiven tot diep in de nacht een aanslag
plegen op de weldadige stilte van de nacht. En ook als een kerk een nachtelijke
dienst houdt (van 2 tot 4) met een keiharde beat. Weinig respect voor de
nachtelijke ruimte, die vooral publieke ruimte is.
Het aanzicht van de publieke ruimte
Het is lang niet altijd duidelijk hoe ver de publieke ruimte zich uitstrekt
en waar de berm overloopt in een particulier erf. Er is meestal geen strakke
erfgrens langs de weg. Maar het kan ook heel anders, wanneer een erf geheel
omheind is met een muur, voorzien van een toegangspoort. Omdat de wegen
doorgaans slecht worden onderhouden, komt het voor dat woningeigenaren zelf een
deel van de openbare weg verharden, bijvoorbeeld door beton. De weg houdt
daarmee wel z’n publieke functie.
Het wemelt in het centrum en vaak ook daarbuiten naast en op de weg van
stalletjes, hokjes, kraampjes, afgewisseld met kleine en grote huizen en som
grote bedrijfs- of overheidsgebouwen. Hier en daar raakt het landschap, als een
laagte met sijpelend of stromend water, aan de weg. Zo’n plek is vaak bedekt
met afval, ongetwijfeld van invloed op de kwaliteit van het water. Soms zie je
mooie huizen karakteristiek voor deze streek, maar negentig procent van de
woningen en gebouwen in Nzérékoré is lelijk en voor een groot deel slecht of
matig onderhouden. Sommige gebouwen van
instituten, zoals het gebouw van de Prefectuur (een soort Provinciehuis),
vormen een gunstige uitzondering (zie blog 13 februari 2020). Dat geldt ook
voor het gemeentehuis en voor het gouvernementsgebouw, met nagenoeg dezelfde
architectuur.
Tegenover de Prefectuur ligt een groot plein met in het midden een
monument met ‘colanoten’, verwijzend naar de functie van colanoten. (Het
plantengeslacht Cola behoort tot de familie Sterculiaceae, met ongeveer
130 soorten bomen of struiken, inheems in tropisch Afrika). In de cultuur
van Guinee en omgeving duiden colanoten op gastvrijheid en verbondenheid.
Specifiek ook voor de huwelijkse verbintenis. Het plein zelf is qua inrichting
lelijk, smerig en verlaten. Het plein heeft, behalve de Prefectuur, nauwelijks ‘ruimtelijke wanden’. Aan twee zijden
van het plein staan wat armoedige woningen en aan een zijde staat een tribune.
Op het plein bevinden zich naast het monument enkele bloemperkjes. Het groen is
verpieterd en de perkjes zijn erg vervuild. Het plein zou een mooie en
levendige functie gehad kunnen hebben, maar het ligt buiten het ‘kloppende
hart’ van de stad.
Een belangrijk aspect van het aanzicht van de publieke ruimte is de
aanwezigheid van fraaie gebouwen, levendige pleinen, kunst, historie in
beelden, enz. Daarvan treffen we in
Nzérékoré echter zeer weinig aan.
Wegen
De weg
door het centrum van Nzérékoré en de andere wegen in het centrum zijn
geasfalteerd. Even buiten het centrum tref je geen asfalt meer aan. Ook geen
betonwegen of klinkerwegen. Alle overige wegen, zogenaamde onverharde wegen,
zijn van de meer of minder vastgereden ondergrond, een soort leem en zandige
leem, afgewisseld met een rotsbodem. Sommige onverharde wegen zijn van goede
kwaliteit maar in elke weg zitten wel kuilen en slenken, uitgeslepen door het
verkeer of door afstromend water.
Naast de wegen zijn goten aangebracht voor de afwatering. Langs asfaltwegen vaak betonnen goten en langs onverharde wegen vaak uitgediepte sleuven. Als het regent, kunnen in korte tijd enorme hoeveelheden water vallen. Eén keer hebben we een forse bui meegemaakt, maar die was van korte duur en nog buiten de regentijd. Omdat wij de droge tijd meemaken zijn de wegen, de kraampjes , de winkeltjes en de huizen erg stoffig. Alles is overtrokken van een roodbruine waas.
Naast de wegen zijn goten aangebracht voor de afwatering. Langs asfaltwegen vaak betonnen goten en langs onverharde wegen vaak uitgediepte sleuven. Als het regent, kunnen in korte tijd enorme hoeveelheden water vallen. Eén keer hebben we een forse bui meegemaakt, maar die was van korte duur en nog buiten de regentijd. Omdat wij de droge tijd meemaken zijn de wegen, de kraampjes , de winkeltjes en de huizen erg stoffig. Alles is overtrokken van een roodbruine waas.
Er zijn structureel geen voetpaden of trottoirs. Althans meestal niet.
Soms zie je, met name in Conakry en Nzérékoré, langs grote wegen wel trottoirs,
maar die beginnen en eindigen vaak plotseling of er staan kraampjes op. Een
enkele keer zie je een langer stuk doorgaand trottoir. Je loopt óf op de weg óf
in de berm, waar vaak meer obstakels zijn dan ruimte om te lopen. Buiten de
dorpen loop je op de weg wat gevaarlijk kan zijn vooral als auto’s moeten
uitwijken voor kuilen.
Speciaal aangelegde voetpaden ben ik niet tegengekomen. Wel zijn hier en
daar paden waar auto’s niet kúnnen komen. Zulke plekken zijn meestal onverhard
en bestaan uit platgetreden leem of uit rotsbodem. Het oppervlak is bij een
rotsbodem meestal grillig en vooral bij nacht moeilijk begaanbaar.
Onderhoud
Onderhoud is in Guinee over het algemeen problematisch. Dat geldt voor
het onderhoud van private eigendommen en van publieke voorzieningen. Veel
woningen worden matig onderhouden en zien er haveloos uit. De armsten die in
hokken en krotten wonen zien vaak nog kans om in hun onderkomen te kunnen
overleven. Elk stukje hout en (gegolfd) plaatstal wordt gebruikt om droog te
kunnen wonen. Degenen die wat meer geld hebben, bezitten een huis van beton en
van steen. De buitenkant van dergelijke woningen is vaak niet fraai maar oogt
nog redelijk vanwege de duurzame materialen beton en steen. De binnenkant, die we
gezien hebben, is nogal eens armoedig en sterk versleten. De gegoede en rijke
mensen wonen vaak in een degelijk huis, wel of niet omgeven door een geheel
gesloten muur met een poort. Het onderhoudsbeeld daarvan is meestal redelijk
tot goed te noemen.
Het algemene onderhoudsbeeld van de publieke voorzieningen is doorgaans
slecht. Twee onderhoudsbeelden vallen daarbij op, namelijk de mate van
vervuiling en de technische kwaliteit. In Nederland hanteren we de mate van
‘schoon’ en de mate van ‘heel’. Beide mate’s zeggen iets over de bruikbaarheid
en veiligheid van de openbare voorziening voor de gebruiker. Onder het kopje
‘afvalverwerking’ ging het over de mate van vervuiling. Over de technische
kwaliteit van de publieke ruimte is veel te zeggen. Ik beperk me hier tot de
technische kwaliteit van de wegen en enkele scholen.
27/2>6008 Guékédou, soms stapvoets
rijden
Wat betreft de wegen is mijn blik nogal gestempeld door onze reis van
Conakry naar Nzérékoré (900 km), vice versa. Uitgezonderd het traject tussen
globaal Kissidougou en Faranah, waar de weg nog niet lang geleden geheel
vernieuwd is, was de kwaliteit van ongeveer 750 kilometer van de totale route
bedroevend. Slalommen om de kuilen en gaten te ontwijken, afremmen en weer
optrekken, sommige delen stapvoets rijden, enz. En dat op de route tussen de
twee grootste steden van het land. Bedenk daarbij dat er geen alternatieven
zijn, zoals de trein of het vliegtuig. Voor ‘openbaar vervoer’ is men
aangewezen op zogenaamde ‘bushtaxi’s.
In de buurt van Nzérékoré is de hoofdweg en zijn de wegen in het centrum
van asfalt van redelijke kwaliteit. De
wegen naar de omliggende dorpen zoals
naar Bounouma, Yalenzou en Lola zijn onverharde wegen en ook van redelijke
kwaliteit. De onverharde wegen in de (buiten)wijken van Nzérékoré en van
Conakry en de onverharde wegen in de kleine dorpen zijn vaak matig tot slecht
onderhouden. Een groot probleem wat betreft de onverharde wegen is de situatie
tijdens het regenseizoen. Door de vaak hevige slagregens worden de kuilen en gaten
groter, wat vervolgens veel onderhoud vergt. Dat onderhoud is vooral op de
kleinere wegen vaak slecht of is er helemaal niet.
We hebben, naast de eigen school, een viertal scholen bezocht. Wat opvalt is dat men met vaak heel weinig middelen de school draaiende houdt. Lesmateriaal en speelmateriaal is er heel weinig. En digitale ondersteuning met digiborden en laptops ontbreekt geheel. Wat we zien zijn schoolgebouwen die er wel ‘stevig staan’, vanwege de toepassing van beton en metselstenen. Maar verder is nagenoeg alles versleten, zoals de borden, de stoelen, de banken, de aankleding, de deuren, enz. De muren en deuren zien er verveloos uit. De toiletten, zonder doorspoeling en wastafels, zijn vaak beschadigd en zien er haveloos uit. Er is wel verschil tussen overheidsscholen en particuliere scholen. De overheid heeft nauwelijks of geen geld beschikbaar om de scholen te onderhouden. De particuliere scholen zien er beter uit; het onderhoud daarvan is matig tot redelijk.
Het instandhouden van voorzieningen door goed onderhoud zit over het
algemeen de bewoners van Guinee niet zo tussen de oren. Er is veel armoede, wat
zeker een reden zal zijn. En de overheidsfinanciën zijn lang niet altijd
gericht op rationele beslissingen; er is veel onverschilligheid, (politieke) machteloosheid
en corruptie. Men maakt gebruik van financiële injecties door
niet-gouvernementele organisaties om projecten (bijv. scholen) op te zetten.
Maar als het project eenmaal gerealiseerd is, dan ontbreekt het besef en het
geld om de voorziening te onderhouden. De meesten hebben hun eigen besognes, en
dat is begrijpelijk, maar de collectieve
verantwoordelijkheid voor de publieke ruimte en voor publieke voorzieningen is
zeer karig aanwezig.
Publieke leven
Buitenleven
De mensen in Guinee leven vooral buiten. Onder een boom, langs de weg,
op de galerij, in een tochtig hutje of onder een baldakijn van palmtakken. En
als ze binnen zijn, leven ze toch vaak buiten. Want ramen met glas worden
weinig toegepast. De ramen zijn openingen, zoals het woord raam al zegt. Wel of
niet dichtgezet met muskietengaas. Tegen inbraak zijn in de raamopeningen, soms
fraai bewerkte, ijzeren roosters aangebracht. Of opengewerkt metselwerk, zodat
enig licht en lucht kunnen binnenkomen.
De mensen koken op vuurtjes. Ze spreiden ongepelde rijst en koffienoten
uit op zeilen, op lakens of op glad en schoongeveegd asfalt, om te drogen.
Mensen brengen langs de weg wat negotie aan de man. Vrouwen doen de was op
schrobborden, bij de waterput. Zo deden wij dat vroeger ook, op wasborden van
hout en zink. Kinderen spelen overal tussendoor en helpen mee de kost te verdienen.
Jongeren en ouderen hangen rond bij hun huis of bij het kraampje in de berm.
Pratend, nogal eens met behoorlijke stemverheffing.
Levendig centrum
Het kloppende hart, het centrum van de stad, concentreert zich op de
hoofdweg (de N1 tussen Conakry en de grens met Liberia) en enkele straten aan
weerszijden van de hoofdweg. Vooral op de hoofdweg is er bijna geen doorkomen
aan. Zoveel drukte van auto’s, motoren, kraampjes, kruiwagens, langslopende en
kriskrasoverstekende mensen. Vooral op woensdag, de marktdag is rijdend verkeer
nauwelijks mogelijk. De kraampjes staan dan bijna midden op de weg. De weg is
niet afgesloten voor verkeer. Er rijden
ook automobilisten via andere wegen om het drukste deel van het centrum heen. Alle soorten verkeersdeelnemers en een
leger aan stalletjes en lopende verkoopsters maken gebruik van de beperkte
ruimte. Dit lijkt erg veel op ‘shared space’.
Maar wel shared space bij gebrek aan beter. Waar Nederland (soms) is
doorgeschoten in ‘scheiding van verkeerssoorten’ is Nzérékoré (en nagenoeg heel
Guinee) nog niet verder gekomen dan ‘alles op z’n beloop laten’. Een goede mix
van shared space en veilig doorgaand verkeer zou op bescheiden schaal wel
denkbaar zijn in Nzérékoré. Maar het lijkt erop dat er geen enkel beleid is op
het gebied van verkeer en stedelijke inrichting.
Van deur tot deur
Hoe weet je de weg naar het huis van iemand of naar een bedrijf of een
instelling, als je de locatie niet precies kent? In Guinee is dat simpel: je
bereikt je bestemming niet. Alleen als je weet wáár iemand woont, kom je er.
Bij ons werkt dat anders: je hoeft niet te weten waar iemand precies woont, als
je zijn adres maar hebt. Een huis, een bedrijf of een instelling kent geen
adres in de vorm van een straatnaam en een huisnummer. Omdat je ergens bekend
bent via familie of andere connecties, weet je waar iemand woont of waar een
bedrijf zich bevindt. Soms zie je op een gebouw de naam van een bedrijf en het
nummer van een mobiele telefoon.
Is er een vorm van post- en pakketbezorging? Er is geen systeem dat
landelijk of regionaal is georganiseerd. Je ziet soms wel busjes van DHL.
Waarschijnlijk gaat een poststuk via verschillende handen voordat het aankomt
bij de juiste persoon, zoals per vliegtuig of boot en vervolgens in Conakry via
een particuliere distributeur en tenslotte via familie. Spullen voor
bestemmingen buiten Conakry gaan vaak met ‘junglebusjes’ en daarna verder via
familie.
De bewegwijzering is heel summier. Alleen op hoofdwegen zijn we wegwijzers
tegengekomen. Verwijzingen naar bedrijven of instellingen hebben we niet
gezien. Overigens zijn er ook weinig verkeersborden (gelukkig) en de borden die
er staan, zijn meestal versleten en nauwelijks leesbaar.
Werken langs de weg
Afhankelijk van het tijdstip van de dag of van de dag in de week dijt
het aantal kraampjes, het aantal kruiwagens en het aantal
koopwaar-op-het-hoofd-torsende-vrouwen uit en krimpt de verkeersruimte. Afrika
is flexibel. Dat gaat gepaard met veel getoeter en met opzij springende
verkopers. Er zijn ‘zebra’s’, maar die lijken meer het resultaat van gemorste
verf dan van een slim denkproces. De kraampjes staan in de berm of overkluizen
watergoten met een gammel samenstel van balken en latten. Ik ben benieuwd wat
de gemiddelde levensverwachting is van de negotiehouders langs de wegen,
vanwege de uitlaatgassen, het stof, het opstuivend zand en de smog.
Langs de weg bevinden zich niet alleen kraampjes en winkeltjes.
Overigens kent men nauwelijks winkels zoals wij die kennen. Alles gebeurt vanaf
de straat. Langs de weg en in de berm is ook allerlei andere bedrijvigheid,
zoals constructiebedrijfjes van ijzeren hekken en metalen gebruiksvoorwerpen,
overkappingen met opgetast hout, (zaag)bokken waarop allerlei voorwerpen
gemaakt worden, opgetaste oliedrums met olie voor voertuigen of bakolie voor
het eten, garagewerkplaatsen voor allerlei rijdend materieel, tankstations
meestal zonder oliedichte vloer, enz. Een opvallend voorbeeld is een
garagebedrijf voor vrachtwagens in de berm, zonder enige afscherming met de
weg. Vrachtwagens die er hun laatste rustplek vinden en waarvan nog bruikbare
onderdelen gesloopt worden. In Guinee is nagenoeg alles nog bruikbaar ... goed
voor de kringloop. Vrachtwagens waaronder gesleuteld wordt zonder een smeerbrug.
Monteurs liggen op de grond, in een mengsel van leem en afgewerkte olie, met hun
uitwaaierende benen in de richting van het langszoevende verkeer. Motoren
wijken uit vanwege kuilen en komen soms akelig dicht in de buurt van de eerder
genoemde benen. Op zulke plekken is alles grauw, stoffig en smerig.
Wegverkeer
Fietsen zijn er niet of nauwelijks. Als we in onze vijf weken honderd fietsen gezien
hebben, is het veel. Zowel in Conakry als in Nzérékoré ontdekten we een kleine
fietsenzaak: een hok met een sleutelaar en
wat fietsen voor de deur.
Er zijn veel motoren, heel veel motoren. Het krioelt ervan, net als
muggen rond een buitenlamp. Ik heb geen wetenschappelijk onderzoek gedaan naar
de gemiddelde hoeveelheid personen op één motor. Het komt niet vaak voor dat
alleen een bestuurder op de motor zit. Dat gebeurt overigens wel bij de vele
motortaxi’s als de chauffeur, herkenbaar aan een hesje, op zoek is naar een
klant. Meestal is de motor bevolkt door twee of drie personen. Bijvoorbeeld pa
voorop, ma achterop en kind er tussenin. Het is geen uitzondering als er vijf
personen op de motor zitten … de voorste zit dan deels of geheel op de
benzinetank. Eén keer zag ik een motor met zes passagiers, van wie de achterste
een vrouw met een baby op de rug geknoopt. Van al die duizenden motorrijders
heb ik nimmer een vrouwelijke chauffeur gezien met een man achterop de motor!
Er zijn zeker vrouwelijke chauffeurs, maar die rijden alleen of samen met
andere vrouwen of kinderen.
Een vreemde gewoonte is dat veel van motoren de koplampen schuin omhoog gericht hebben.
Alsof de sterren verlicht moeten worden, terwijl vóór de motor allerlei kuilen
kunnen opdoemen. Een andere vreemde gewoonte is om de motor, overigens lang
niet alle, helemaal ingepakt te laten of in te pakken met plastic en
bobbeltjesplastic. Met als doel de motor schoon te houden en geen
beschadigingen te laten oplopen. Maar … het ziet er niet uit en pronken doe je
er, als ’stoere’ motorrijder, zeker niet mee.
En er zijn auto’s. Veel auto’s. Nog redelijk wat in goede staat, maar
zeker niet nieuw. Wel tweede-, derde- en vierdehandsen. En nog een behoorlijke
categorie van ‘nachtmerries op wielen’. Als automobilist moet je er rekening
mee houden dat motorrijders jou links én rechts inhalen. Je hebt alle spiegels
nodig en de claxon. En er zijn vrachtwagens, meestal slechte vehikels opgetast
met allerlei koopwaar en bouwmaterialen. Vaak met mensen bovenop de lading
gezeten. En het stinkt door alle uitlaatgassen.
En er zijn motordriewielers, gemotoriseerde bakfietsen met de bak niet
voorop maar achterop. En er zijn kruiwagens, vijfdehands voor de allerarmsten,
die met allerlei koopwaar exotisch opgetast zijn.
En er zijn ‘vervoervrouwen’, soms blootshoofds maar meestal een mand,
een kleurige volgepakte teil of een baal op hun hoofd torsend. En er zijn
kinderen en mannen, vaak ook met een last op hun hoofd.
De enige verbinding tussen Nzérékoré en Conakry en de andere steden in
het land is een wegverbinding. De kwaliteit van die wegen is meestal
(erbarmelijk) slecht. De meest snelle en redelijk comfortabele verbinding van
Nzérékoré met de buitenwereld bestaat uit de wegverbinding met Monrovia en
verder met het vliegtuig. Het weggedeelte in Guinee tot aan de Liberiaanse
grens (60 km) is matig tot slecht. Het weggedeelte in Liberia tot aan Monrovia
(180 km) is redelijk tot goed.
Dinsdag en donderdag zijn zogenaamde ‘konvooidagen’. Dan vertrekken
horden auto’s en busjes samen naar Conakry, de ‘highway’ nemend tussen de beide
grootste steden van Guinee. De meeste voertuigen zijn overbeladen, volgens onze
ideeën. Bijvoorbeeld twintig personen in een busje met vracht bovenop het dak.
Auto’s die twee keer zo hoog zijn door de lading, met dáárop soms drie of vier
personen die de banden of bindtouwen vasthouden. Wat we op de heenreis zagen
was schokkend: een aftands busje, dubbel zo hoog door de lading op het dak, met
achterop twee hangende ‘zitjes’ met in elk een jonge knul … over zo’n 900 kilometer
door kuilen en gaten.
We zagen vrachtwagens zwoegen om vooruit te komen. Ben je met een
personenauto nog redelijk flexibel om kuilen te ontwijken, voor vrachtwagens
bleek dat veel moeilijker zo zagen we. Het inhalen van vrachtwagens was een
uitdaging: op het laatste moment besluiten om de vrachtwagen links of rechts in
te halen. Soms een gok, maar veel claxonneren maakte op zo’n moment veel
duidelijk. We zagen nogal wat
vrachtauto’s met pech aan de kant staan. Geen wonder als je zag welke aanslagen
de wegen op de auto’s pleegden.
Op
de komgrenzen van de dorpen, en soms er tussenin, waren ‘stevige’ drempels
aangelegd om het verkeer af te remmen. Die zijn écht effectief. Je moet stoppen
om ze vervolgens voorzichtig te passeren. Iedereen doet dat ook: de voorwielen
tegen de drempel, er overheen en vervolgens niet snel optrekken, want anders
krijg je nog een klap als de achterwielen passeren. Kom daar in Nederland eens
om, en dan ook nog op een 80-km-weg, waar je overigens gemakkelijk 120 kunt
rijden.
Openbaar vervoer op de weg
Nzérékoré heeft geen openbaar vervoer, bijvoorbeeld in de vorm van een
geregelde stadsbusdienst. Er zijn alleen autotaxi’s en vooral veel motortaxi’s.
Voor de lange afstanden gebruikt men zogenaamde bushtaxi’s.
Spoorwegen
Nzérékoré
heeft geen spoorverbinding met de hoofdstad Conakry en met de rest van Guinee. Ook niet met Liberia en Ivoorkust, waaraan
Nzérékoré nagenoeg grenst.
In
Liberia ligt een spoorlijn vanaf het mijngebied Sanniquelleh-Mahn naar Buchanan
aan de Atlantische kust, bedoeld voor het transport van ijzererts en niet voor
personenvervoer. Sanniquelleh-Mahn ligt nabij de Guinese grens, zo’n 80
kilometer van Nzérékoré (en hemelsbreed 40 kilometer).
In
Guinee zijn slechts enkele spoorwegen vooral ten behoeve van de mijnbouw. De
wingebieden, van vooral bauxiet en ijzererts, zijn verbonden met de havens van
Conakry en Kamsar aan de Atlantische oceaan. Het gaat om de trajecten Fria –
Conakry (145 km), Mambia - Conakry (115 km) en Sangarédi – Kamsar (135 km), met
een totale lengte van zo’n 400 kilometer.
Op een kort traject in de stad Conakry heeft gedurende
enkele jaren een trein gereden voor personenvervoer, tussen station Kaloum en
station Kabélén
over een traject van zo’n zesendertig kilometer. Deze zogenaamde Conakry
Express (voorheen Tanka geheten) is geopend op 15 juli 2010. Op 1 december 2014
is de Blue train in gebruik genomen om de vervoercapaciteit te verhogen. Het
personenvervoer heeft te kampen gehad met enkele langdurige onderbrekingen. Het
is niet duidelijk of deze spoorverbinding sowieso op dit moment functioneert.
Het traject tussen Sangarédi en Kamsar wordt ook gebruikt voor
personenvervoer, met een frequentie van vier keer per week.
Veel
kaarten laten een spoorverbinding zien tussen Conakry en Kankan. Deze spoorweg
is aangelegd tussen ongeveer 1900 en 1910, bedoeld als een internationale
verbinding met de landen Mali en Niger. De spoorweg vanaf Kankan naar Mali is
nooit aangelegd. Inmiddels resteert alleen nog het traject Conakry – Mambia,
ten behoeve van de mijnbouw in de omgeving van Mambia. Het overgrote deel van
het traject, zo’n 550 kilometer van Mambia tot Kankan, is onbruikbaar en voor
het grootste deel opgebroken en verwijderd. Op sommige plekken zijn woningen en
gebouwen op het traject verrezen. Er zijn veel initiatieven geweest, en die
zijn er nog steeds, om de spoorlijn opnieuw aan te leggen, maar nog zonder
concreet resultaat
In
de loop van de twintigste eeuw zijn meerdere plannen geopperd voor de aanleg
van diverse spoorverbindingen in Guinee, maar daarvan is niets gerealiseerd.
De
totale lengte aan spoorwegen in Guinee is niet 1.068 kilometer, zoals op veel
kaarten en websites staat vermeld, maar ongeveer 400 kilometer.
Vliegverkeer
Er zijn in Guinee totaal vijftien vliegvelden, variërend van velden met
een grote start- en landingsbaan tot kleine velden met een onverharde strip.
Het lijkt erop dat sommige velden technisch niet (meer) bruikbaar zijn.
Nzérékoré heeft een vliegveld dat slechts gebruikt wordt door o.a. bedrijven,
instanties en (niet-gouvernementele) organisaties.
Guinee kent geen binnenlandse vluchten voor geregeld
personenvervoer. Alleen het vliegveld
Conakry Gbessia in de hoofdstad is internationaal en wordt gebruikt voor
personenvervoer.
Scheepvaart
Van scheepvaartverkeer heb ik weinig gemerkt. Op de rivieren vindt
nauwelijks bedrijfsmatig transport plaats. Conakry heeft een haven gelegen aan
de Atlantische oceaan, vooral voor internationaal containertransport. In de
haven is een ligplaats voor de veerboot naar de eilanden Kassa en Los, vlak
voor de kust bij Conakry. Kamsar is eveneens een havenstad, vooral vanwege
transport van bauxiet.
Publieke voorzieningen
Watervoorziening
De watervoorziening gebeurt op verschillende manieren. De armste mensen
gebruiken en drinken water uit beken en plassen, waarin vaak ook afvalwater
wordt geloosd. Vooral de kwetsbare kinderen hebben daaronder te lijden. Er is
veel kindersterfte in Nzérékoré en omgeving, en hoogstwaarschijnlijk ook elders
in Guinee. De kraamkliniek in aanbouw bij het Centre Médical L’Espérance in
Nzao bij Nzérékoré zal in een grote behoefte voorzien. Het ziekenhuis heeft een
boekje uitgegeven met als doel de hygiëne en sanitatie van de bevolking, en
vooral van kinderen, te verbeteren. Het
boek heet ‘Un vieux chemin renouvelé’ van Hijltje Vink en het gaat over schoonmaken,
vegen, handen wassen, persoonlijke hygiëne, schoon drinkwater, plastic
opruimen, enz.
De meeste mensen hebben een waterput, particulier of gemeenschappelijk.
Het water wordt met een emmer aan een touw geput. Soms staat er een windwerk
met een slinger. Soms is er een pomp met een zwengel. Is er meer geld
beschikbaar dan vult een elektrische pomp een citerne die op een verhoging of
op een dak staat. De gevulde citerne zorgt voor een constante druk op de
waterleiding in huis. Dat is hetzelfde principe als onze vroegere watertorens,
maar dan voor een groter gebied.
Het water gebruikt men voor alles wat nodig is, dus ook om te drinken. Het water is voldoende zuiver. Toch
is er een behoorlijke markt voor drinkwater uit flessen. Dat gebruikten wij
ook. De praktijk is namelijk dat ‘buitenlanders’ vaak kwetsbaarder zijn omdat
ons leidingwater schoner is dan putwater en wij niet aan het putwater gewend
zijn. Dat heeft misschien te maken met vervuild grondwater of vervuiling van
het water nadat het geput is.
Guinee is wel bekend met waterleidingnetten. Maar,
citaat: ‘Een geprivatiseerd, effectief opererend
waterleidingbedrijf betekent overigens nog niet dat iedereen zijn eigen
kraantje krijgt. De armen in de sloppenwijken blijven vooral aangewezen
op public
taps, zegt Hoffer. Weinig huizen in steden als Conakry (en
Dakar in Senegal) bezitten een
privé-aansluiting. Wel heeft het grootste deel van de bevolking inmiddels
toegang tot een openbare aansluiting op redelijke afstand, zegt Hoffer. Het
openbaar tappunt wordt vaak door het waterleidingbedrijf verhuurd aan een
beheerder die het water doorverkoopt aan de buurtbewoners.' https://www.utoday.nl/news/44862/waterleidingbedrijf_gebaat_bij_autonomie
Hoe de situatie van centrale
waterdistributie in Nzérékoré is, heb ik niet ontdekt. In de buurt van
Nzérékoré is men wel bezig een waterpompstation te realiseren ten behoeve van
de (uitbreiding van de) drinkwatervoorziening van Nzérékoré en omgeving.
Energievoorziening
Er is geen gasleidingnet in de publieke ruimte van Nzérékoré. De mensen
koken op houtvuurtjes of kolenvuurtjes. Buiten onder een boom, in een hutje (ons vroegere ‘stookhok’) of op
de galerij van de woning. In grotere huizen kookt men binnen, elektrisch of op
kolen. Soms misschien op flessengas.
Nzérékoré is voorzien van centraal gedistribueerde elektriciteit. De
stroomvoorziening is bovengronds, via palen en draden langs de wegen. De
stroomdraden, vooral in het centrum,
vormen nogal eens een warrig spinnenweb waarin weinig structuur valt te
ontdekken. In de hoofstraten en meerdere zijstraten is vaak elektriciteit. In
zijstraten tot een bepaalde afstand vanaf de hoofdstraat. Soms staan er palen
met kabels nog zonder stroom. Verderop in de wijken of de zijstraten is geen
stroomvoorziening. Men leeft daar zonder elektriciteit of met elektriciteit via
zonnepanelen of generatoren.
Mobiele bereikbaarheid
Hét communicatiemiddel in Guinee is de mobiele telefoon. Overal zie je
de bedrijfsnaam Orange, de naam van de wereldwijde aanbieder van mobiele
telefonie.
Riolering
Nzérékoré heeft geen riolering, zoals wij dat gewend zijn, met een
buizenstelsel in de openbare
ruimte en een rioolwaterzuiveringsinstallatie. De mensen doen hun
behoefte op een latrine of een hurktoilet, zonder spoeling. Een kleine
minderheid van woningen en gebouwen hebben toiletten met spoeling. Meerdere
woningen hebben een septictank die zo nu en dan geleegd wordt. Waar de inhoud
van de septictank blijft, is me voorlopig niet duidelijk geworden.
Afvalverwerking
Er is geen afvalophaaldienst in Nzérékoré. In verhouding tot Europa is
er weinig afval omdat er ook weinig geproduceerd wordt. Maar het afval dat er
wél is, vindt z’n weg op de erven en in de publieke ruimte. Op de erven door
etensresten aan de dieren te geven, te gebruiken op de moestuin of verder
ongebruikt op een hoop te gooien. En op de erven door plastic afval en ander
afval op een hoop te gooien en te verbranden. Daarnaast komt er komt veel afval
in publieke ruimte terecht, terloops door van alles te laten vallen maar ook
door verzameld afval van eigen erf in de wegberm te dumpen. In Conakry is dat
schrikbarend en in Nzérékoré en andere plaatsen, die we passeerden en
bezochten, is het erg. Het afval blijft óf liggen óf het wordt hier en daar op
de weg of in de berm verbrand. Met giftige rookwalmen tot gevolg.