woensdag 26 februari 2020

Tweede charmeoffensief, dinsdag 25 februari 2020


De dag begon met een heerlijke ochtendkoelte. Na een kort ontbijt, met heerlijke koffie, maakten Sjoerdtje en ik een ommetje in de omgeving. We passeerde rijke en arme huizen en kwamen aan bij het rijstveld waar we eerder geweest waren. Toen we na ongeveer drie kwartier terugkwamen, kreeg het zweet al de neiging op de rug te gaan staan. Nog een bakje koffie en toen vertrokken we naar de school van Vivianne, de zus van Lamko. Zij is leerkracht op die school. Een school voor kinderen in het basisonderwijs én het voortgezet onderwijs. 


De school staat evenals onze logeeradres in de wijk Gbanghana. Een mooie school op een heel ruim terrein, met een trapveldje en meerdere speelplekken onder bomen. Het terrein oogt levendig en leefbaar met de bomen.


De school kent echter een probleem: er wordt geen onderhoud gepleegd. De overheid heeft daar geen geld voor (over). De lokalen zijn verveloos, de banken slecht en de inrichting haveloos. Bovendien wordt het terrein niet goed schoongehouden, getuige plastic op veel plekken en een vuilnisbelt in een hoek van het terrein. De leerkrachten zijn vandaag in staking en toch waren er veel kinderen op school. We deelden de boekjes ‘Un vieux chemin renouvelé’ van Hijltje Vink uit. We namen afscheid en vertrokken naar Mama Hélène, de oudste zus van Lamko, en vervolgens met Jefson, die we in zijn kantoor van Croix Rouge oppikten, naar het gemeentehuis van Nzérékoré. Daar ontmoetten we de Maire (burgemeester). We spraken met hem over de JDF. Vervolgens overhandigde ik hem de brief met vragen over de openbare ruimte van Nzérékoré en ook het boekje ‘Un vieux chemin renouvelé’  van Hijltje Vink. Het boekje is een uitgave van het ziekenhuis in Nzao, tegen Nzérékoré aan gebouwd. Al rijdend door Nzérékoré waren mij namelijk diverse dingen in de openbare ruimte opgevallen, die ik vervolgens als observeerder van de openbare ruimte met hem deelde. De brief met de vragen sloot aan bij mijn observaties. Met de vragen probeer(de) ik boven water te krijgen welke visie of welk beleid de gemeente hanteert voor de diverse aspecten van de openbare ruimte. Voorbeelden: gemeentereiniging, riolering in relatie met de volksgezondheid, wegenaanleg en –onderhoud, vervuiling oppervlaktewater, enz. En onderhoud in z’n algemeenheid, want ‘onderhoud’ kent men niet of nauwelijks. De burgemeester stelde voor onderling contact te houden over bepaalde lopende of nieuwe projecten. Verder stelt hij nog een brief op voor een gemeente in Nederland (Arnhem of Renkum of …) met een vriendschapsverzoek. We zullen de brief meenemen naar huis en bezien welke contacten we bij de gemeenten kunnen leggen.


Ons volgende reisdoel in Nzérékoré was Plan International (avec et pour les enfants). Daar konden we in de schaduw even wachten tot de betreffende persoon arriveerde. Plan International is een organisatie die zich inzet voor kinderen, gericht op hygiëne en bouw. Voor de JDFschool betekent dat mogelijke ondersteuning bij de aanschaf van schoonmaakmateriaal  en bouwmateriaal. 


Aansluitend  brachten we nog een bezoek aan Unicef. In dit stadium gaat het bij onze bezoeken aan overheidsinstanties en niet-gouvernementele organisaties om een eerste kennismaking. De vervolgacties zullen stapsgewijs wel duidelijk worden, hopen en verwachten we. 


We beëindigden onze dagtrip met het nuttigen van de rijstmaaltijd bij Mama Hélène. Heerlijk!
We kregen zojuist bericht dat door de voorverkiezingen op zondag 1 maart voor de presidentsverkiezingen een onrustige politieke situatie verwacht wordt in Conakry. Het plan was om volgende week dinsdag naar Conakry te vertrekken. De kans dat we op die dag niet meer in Conakry toegelaten worden is aanwezig. We vertrekken daarom eerder zodat we vrijdag in Conakry aankomen. Een week later, op 6 maart,  vliegen we naar Nederland. Gezien de gespannen situatie houden we contact met de Nederlandse ambassade.

Schoolzaken, maandag 24 februari 2020


Vandaag gaan we naar de JDFschool. De bedoeling is om van elk kind een foto te maken en een klein interview te houden met het kind. Daarna een interview met de ouders voor aanvullende informatie. Zo ontstaat er een mooi ‘paspoort’ voor de school zelf en ook voor de sponsors. Maar het loopt anders.
De kans is groot dat we vanochtend eerst contact kunnen leggen met de PAM, de Programme Alimentation Mondial, een wereldwijde organisatie die voorziet in voeding, kleding, enz. voor kinderen in achterstandsituaties. Omdat de kinderen van de JDFschool op school eten, willen we proberen daarvoor ondersteuning te krijgen, zodat er geld vrijkomt om meer kinderen op school aan te nemen. Jefson gaat mee want hij weet hoe de hazen lopen. We bellen aan bij de portier en krijgen te horen dat we de betreffende persoon niet te spreken kunnen krijgen. Hij laat ons wel binnen, in de hal, om een afspraak later in de week te maken. Ineens stapt een man vanuit een ander vertrek de hal binnen. Hij blijkt een van de chauffeurs van Jefson te zijn. Die wil wel een goed woordje voor ons doen. En even later zitten we met de chef aan tafel en kunnen we ons verhaal doen en een presentatie geven. Om een goede indruk van de school te kunnen krijgen, maken we meteen een afspraak voor een bezoek aan de school. Zo, dat was een mooie meevaller.



We gaan naar de school en treffen er veel kinderen en ouders aan. Een van de lokalen liep vol met ouders voor de interviews. Sjoerdtje en Lamko installeerden zich in de klas voor de interviews. Een voor een kwamen de kinderen binnen voor een gesprekje terwijl Gerard de foto’s maakte. De interviews liepen niet zoals bedoeld was, door de hectiek van de ouders in de klas. Het liep anders dan gedacht. Dat is Afrika. Er komen vast nog wel redelijke ‘paspoorten’ uit de bus.
De ouders waren vertrokken en de lunchploeg kwam binnen met rijst en een lekkere saus. De kinderen en wij allen smulden ervan.



De onderbouw van de citerne bleek klaar te zijn. Op de terugweg kochten we een citerne, zodat die binnenkort geplaatst kan worden met een aansluiting op de dakgoot van het toiletgebouw. Vanaf dat moment kunnen de wc’s gespoeld kunnen worden. De citerne wordt gevuld met regenwater en desnoods via een pomp aangevuld met water uit de waterput. 



Er werd opdracht gegeven om de bouwmaterialen her en der op het terrein op een centrale plek te zetten, achter de waterput. Want vrijdag komt een shovel om het terrein te vergraven en te egaliseren. Vóór die tijd gaan Gerard en ik nog paaltjes plaatsen zodat de machinist precies weet wat hij moet doen.
Zondagavond waren Vivianne en Jefson nog even langsgekomen. Ik vroeg of ik hem zou kunnen interviewen over de ‘openbare ruimte’ in Nzérékoré. Hij vond dat een goed idee en ging meteen een stap verder door een gesprek met de burgemeester van Nzérékoré voor te stellen. Dat leek me een goed idee, op de juiste plek en met de juiste man. Dat vergde nog wel voorbereiding, waar ik deze dag druk mee bezig was. Welke vragen wilde ik stellen en wat zou mijn aanpak zijn? En natuurlijk in het Frans. Vanmiddag had ik het in klad voor elkaar, maar toen ontstonden er problemen met Internet en met Word. Om tien uur had ik, na de geweldige steun van Jefson, drie printjes onder m’n neus liggen. Lamko liet er nog een oog over heen gaan, goed voor de presentatie van morgen.
En … daarna was er weer een warme en klamme nacht. 

dinsdag 25 februari 2020

Lola, zondag 23 september 2020


Vandaag gaan we naar Lola, zo’n 30 kilometer ten oosten van Nzérékoré. 




We zijn uitgenodigd door vrienden om in Lola een dienst in hun kerk mee te maken, de Mission Église assemblees de Dieu de Lola, Temple de Jerusalem. Op het terrein staat naast de kerk een basisschool en de woning van het predikantsgezin. Een dienst met veel zingen, dansen en applaudisseren … en warm onder het dunne golfplaten dak. De kerk zat vol, zeker zo’n 120 mensen. In de school was een bijbelklas bezig.  De kinderen voegden zich later bij de dienst. Wij werden welkom geheten en voorgesteld. Heel gastvrij. De collecte is anders dan bij ons. In Lola moet je het geld zelf naar voren brengen en in een bak doen. Dat heeft wel iets moois!


Na de dienst nodigden de vrienden ons bij hen thuis om te eten. Rijst met peper, lekker heet, al wilde Lamko mij  de pepers ontzeggen bij het opscheppen. Maar niet alleen rijst, om meteen op te eten, óók een boomblad met enkele colanoten (colanoten staan symbool voor gastvrijheid en verbinding (specifiek ook voor bij een huwelijk)), een zak rijst en een uiteraard levend haantje. 


De spullen werden achterop de pick-up gezet en de haan, vastgebonden met een touw. 



We wilden ook  nog de dominee ontmoeten, maar hij bleek niet thuis, op weg naar een andere kerkdienst. De vrouw van de dominee dankte en bad samen met ons.
Op de terugweg reden we langs een bord van ‘travaux public’. Het bord kondigt het herstel van de doorgaande weg door Lola aan. Het bord staat er al een jaar en het werk is (nog) niet begonnen. De preek van vanochtend ging over ‘geduld’.
We reden verder naar Karanah (betekent ‘plek om te leren’). Daar stopten we op een pleintje en bezochten daar een tante van Lamko. Zij vertelde inmiddels honderduit over haar vader (Domi Damey) en grootvader. Vóór de huidige indeling van de landen Guinee, Liberia en Ivoorkust was de vader de ‘koning’ van het gebied dat nu ín deze drie landen ligt, de ‘canton Manalaye’. Op een strak pleintje staat een standbeeld met de ‘koning’, gekleed in zwart-wit gestreepte kleding op een wit paard met een toorts in zij  hand. 


Tijdens zijn leven (1910 – 1982) stichtte hij het dorpje Karanah in de omliggende plantages, waar hij met een grote schare vrouwen en met veel kinderen leefde. Lamko heeft in het dorp een woning gebouwd voor haar broer en schoonzus, inmiddels overleden, de ouders van de vier pleegkinderen van haar en Gerard. We lopen het dorp door en ontmoeten enkele tantes, ooms en andere familieleden voor een praatje en een foto.  
We reden verder en staken nog even aan bij het ziekenhuis in Nzao om meerdere exemplaren van het boek van Hijltje Vink ‘Un chemin vieux renouvelé’ in ontvangst te nemen voor de kinderen en ouders van de JDFschool.
Op de namiddag vertrok Cecile samen met enkelen van haar schoonfamilie naar Bele, om de familie verder te leren kennen. Ze blijft daar enkele dagen en daarna vertrekken we samen weer naar Conakry.

Cecile en Alain verloven, zaterdag 22 februari 2020


Vandaag is een dag van alles organiseren en van wachten. Aan Gerard de vraag gesteld: Wat is vandaag precies de bedoeling? Wanneer worden we verwacht bij de ‘pater familias’ met de sonore stem? Gerard: Dat weet ik niet. Aan Lamko dezelfde vraag gesteld: Geen antwoord en ze begint over iets anders. In Afrika stel je geen vragen, maar onderga je rituelen. Een uur eerder of later, of uren later, dat gebeurt gewoon.
Enkele belangrijke elementen van een verloving zijn:
-        De familie bepaalt hoe en waar een verloving of trouwerij georganiseerd wordt en verloopt. De ‘pater familias’ heeft een doorslaggevende stem. Bij Cecile is dat de oudste oom van Lamko, Papa Soko Pé.
-        De familie van de bruidegom betaalt de bruidsschat. Die familie woont in Bele, op zo’n 30 kilometer van Nzérékoré. Ze zijn met ongeveer 25 mensen gekomen, ‘gepropt’ in de omgebouwde Vito van Gerard. De bruidegom zelf, Alain, is er niet bij. Hij woont en werkt in de buurt van Napels in Italië. Dat is geen probleem, want het gaat nu nog niet zozeer om Cecile en Alain, maar om de afspraken tussen de families. Overigens was hij op enkele momenten wel via skype aanwezig.
-        De familie maakt afspraken over de locatie van de verloving, de financiële bijdrage van de familie van de bruidegom, zoals het eten, levend vee, kleding, geld, enz. De familie van de bruid ontvangt deze gaven en niet expliciet de ouders van de bruid, Lamko en Gerard. Al voelt Gerard zich al wel een belangrijke nieuwe pater familias, want Cecile is de eerste die het huis verlaat.
Uiteindelijk was alles geregeld, denk je dan, en de familie was onderweg vanaf Bele en arriveerde. Iedereen kreeg water, uit plastic flessen van 1,5 liter (gangbaar in Guinee) geschonken in twee mokken. We zouden met z’n allen eten maar het bokje was nog niet gaar en de rijst nog niet klaar. Dus loopt het wat anders. Overigens wel een mooi gezicht hoe het eten in de buitenlucht klaargemaakt wordt (‘ouderwets BBQ-en’). Achter de schuur bij Vivianne en Jefson is inmiddels het bokje geslacht en in moten gedeeld. 



Achter het huis zijn de dochters van de familie van Alain bezig met het klaarmaken van de groenten, de kruiden en de rijst. De groenten en kruiden worden in potten met lange stokken gestampt tot ze fijn genoeg zijn. Op een vuurtje staat een grote pan met palmolie en onderdelen van het bokje te pruttelen, zo nu en dan geroerd met een grote pollepel, qua formaat het midden houdend tussen een soeplepel en een schoffel.



Sjoerdtje en ik zijn inmiddels netjes gekleed. Sjoerdtje met een Jerome-Damey-jurk en ik op z’n Hollands met een lange (dat wel) lichte broek en een stemmig T-shirt. De ouders van de bruid zijn gekleed in een traditionele dracht. Lamko in eenzelfde jurk als Sjoerdtje en Gerard in een iets donkerder kleed met muts in traditionele kleuren en dessins van de streek. De familie van de bruidegom vertrekt alvast naar het huis van Papa Soko Pé elders in Nzérékoré, in de Vito met houten bankjes. 



Wij vertrekken even later al claxonnerend, met Cecile, ook naar zijn huis. De auto is mooi versierd met oranje en blauwe linten en een oranje kroontje. En niemand ziet dat het ‘gewoon’ spanbanden zijn met de passende Nederlandse kleur en de passende JDFkleur. Je moet creatief zijn … en Gerard is dat. 



De claxon werd steeds heser en was z’n stem, aangekomen bij de oom, bijna geheel verloren. Op de terugweg bleek de claxon dood.
De auto stopte bij de oom, maar van ‘uitladen’ van Gerard en Cecile was nog geen sprake. Zelfs Lamko kon niet aangeven, en dat zegt wat, wanneer het ontvangstcomité, met de oom aan de leiding, het beliefde de bruid te verwelkomen. Dat is ook minder belangrijk want het gaat immers om de familie. Afijn, de families zijn ‘geïnstalleerd’ en de ceremonie kan beginnen. Omdat Gerard en Cecile samen opliepen en naar binnen gingen, was ik de (on)gelukkige om te filmen. Dus liep ik ook mee naar binnen om de camera in het vertrek te laten googlemappen. De kans is dat het resultaat minder geslaagd is omdat we van licht overgingen in donker, namelijk één klein raampje in het vertrek. De oom wees mij meteen een stoel naast zich en ik beschouwde dat als een eer. Trouwens een ‘halve eer’ want Sjoerdtje stond nog buiten. Ik ging pas zitten toen ook Sjoerdtje een stoel aangeboden had gekregen. De woordvoerder van de oom nam het woord … en het was warm, erg warm. Inmiddels wat gewend aan het donker, ontwaarde ik in de ruimte van vier bij vier, zeker zo’n 25 mensen op stoelen en op de grond, met tegen de achterwand een mooie kast met allerlei pronkspulletjes, pannen en plastic potten. De oom hadden we eerder ontmoet en ik herkende hem aan z’n ‘sprekende’ kop, z’n grijs baardje , z’n kalotje en z’n sonore stem. Een verschijning. 



En verder de mannen en de vrouwen in veelkleurige kledij. Zo nu en dan scharrelden er enkele kinderen tussendoor. Cecile had de ereplaats (?) op de grond ingenomen, op een meegebracht kleed, gespannen wachtend op wat zou gaan gebeuren. Mooi met haar fraaie Afro-kapsel, de mooie jurk en de sprekende versiering van hoofdtooi, oorbellen en handkralen.
De woordvoerder van de oom woordvoerde verder, allemaal in het Mano. Gerard was nu bezig met filmen en had tenminste nog wat te doen. Maar wij zaten een ceremonie mee te maken met diverse woordvoerders en mensen die stapeltjes bankbiljetten heen en weer schoven. Dat was overigens vooral symbolisch want het waren wel veel biljetten, maar die zijn nauwelijks iets waard. Eén euro is tienduizend Guineese francs.  Dat schuiven was ongetwijfeld een familiespel over de ‘overdracht’ van Cecile aan de schoonfamilie. De enige talen die we verstonden, waren die van ernstige momenten, schuiven van geld en lachende en soms grinnikende gezichten. Het schuiven van geld begón met geld in de richting van Gerard. Hij werd beloond om zijn lef hier aanwezig te zijn, terwijl hijzelf nog een bruidsschat verplicht is aan de familie door zijn huwelijk met Lamko. Gerard voelde (na 15 jaar) meer ernst dan luim in de overhandiging van het geld.  Hem zal dit uitreiken van ‘durfkapitaal’ nog lang heugen. In elk geval tot oktober, wanneer zíjn trouwceremonie plaatsvindt, bij dezelfde oom met de sonore stem.



De ceremonie is afgelopen en Cecile hoort nu bij het ‘kamp’ van de schoonfamilie. Na een serie foto’s in allerlei samenstellingen, vertrokken we weer naar onze wijk Nbanghana, voor een heerlijke hap rijst en een stuk van het bokje. Ook heerlijk! We luisterden nog even mee met Guinese muziek, die Gerard van de stoep liet schallen terwijl de dans aangevoerd werd door Lamko. De muziek sloot af met een christelijk lied … en daarna was het slaaptijd.

vrijdag 21 februari 2020

Van alles wat, vrijdag 21 februari 2020


Gerard en Lamko hebben het druk. Erg druk. De laatste voorbereidingsdag voor het verlovingsfeest van Cecile. Er moet van alles gebeuren. Ook moet gezorgd worden voor het vervoer van de schoonfamilie van Cecile vanuit Bele naar Nzérékoré. Er is een mooie oplossing om de familie te vervoeren: enkele banken achterin de Vito plaatsen. De timmerman zou iets maken, maar dat is niet gelukt. Vandaag proberen we zelf een of twee banken te plaatsen. Cecile heeft zich als kapster ontfermd over het haar van Sjoerdtje. Het resultaat is er naar: enkele vlechten op het voorhoofd, lijkend op een oude foto van Wilhelmina. Grappig. Sjoerdtje overhandigde een brief van Marja Urbach aan de voorzitter van JDFGuinee, Vivianne Damey.



Vandaag van alles wat geschreven over de ‘openbare ruimte’ in Guinee, in het bijzonder in Nzérékoré. 



En … het heeft geregend. Eerst een harde wind. En de ogen beschermen tegen opwaaiend zand en stof. Toen een korte plensregen met opspattend water op de daken en op het erf. 



Met als gevolg dat het heerlijk is afgekoeld, met een mooie Hollandse zomeravond tot gevolg. Dát was al bijzonder en vervolgens kregen we nog een schotel met de sprinkhanen van eergisteren  opgediend. Een lekkernij. Wel zo nu en dan wat scherpe pootjes uitspuwen :>]  



Bezoek, donderdag 20 februari 2020


Vandaag bleven we thuis om de loodgieter z’n werk te laten doen. Het badkamermeubel sloten we aan op de aanvoer en de afvoer. Je moet erbij zijn om precieze aanwijzingen te geven. Daar heeft Gerard inmiddels ervaringen mee! En … een Guinese monteur heeft nauwelijks gereedschap, bijv. een accuboor of een slijpschijf. Alles gaat met handgereedschap. Ze zijn met z’n tweeën en ze zijn wel even bezig. Het moet gezegd, ze leveren wel goed werk af. De monteur heeft al eens gemopperd op Gerard omdat hij allerlei ‘nieuwe’ dingen meeneemt uit Nederland. Hij weet vervolgens dan niet hoe het werkt en of hij wel het goede gereedschap heeft. ‘Steeds hetzelfde blijven doen’ is veel beter.
Sjoerdtje en ik trekken de stoute schoenen aan om een eind te gaan lopen, overigens niet zo’n pretje in de zon en in het stof. Maar voilà. We liepen uit de drukte  naar ‘onze’ kerk op een heuvel met een mooi uitzicht over de bomen en een buitenwijk van Nzérékoré. M’n T-shirt was drijfnat maar ook zo weer gedroogd in de wind, opgehangen aan een spijker. Onderweg kom je van alles tegen zoals een zwaarvervuilde afvoer van het overslagterrein van Total als gevolg waarvan de groene smerigheid zo de goot langs de straat inloopt en vervolgens de bodem inzakt.



En veel stalletjes en kraampjes. En een middelbare school, waar we een korte rondleiding kregen; zeer uitnodigend. Goed onderhouden en schoon, maar wel met hurk-wc's. Dan doet de JDFschool het beter met wc-potten en gelegenheid de handen te wassen. En allerlei situaties, bomen en mooie planten om foto’s van te maken.




Zoals van aubergines en papaja’s. Bij het huis van Vivianne en Jefson staan diverse bomen  zoals een palmboom vol met kokosnoten, enkele avocado- en mangobomen en een zuurzakboom. De vruchten en bladeren van de zuurzak hebben veel geneeskundige eigenschappen, onder anderen tegen vormen van kanker, diabetes en aderverkalking.



De zon is zojuist onder en ons bezoek komt zojuist aan. Vanaf het ziekenhuis in Nzao en de Cama-post: Agaath, Arjo, Tine en een vrouw van wie me de naam ontschoten is. Gezellig om samen met elkaar te eten en verhalen te delen. En ook om te vertellen over de bouw en de plannen van de JDF. En over de wederwaardigheden in en om het ziekenhuis en de nieuwbouw van de kraamkliniek. En handig om het Nederlands wat op te halen :>).



De dames Lamko, Vivianne en Sjoerdtje sloten de dag af met verscheidene potjes rummikub. De dag werd ook afgesloten met een lichte regen en geflits en gerommel in de verte. Van een heuse hoosbui zou het jammer genoeg niet komen.

donderdag 20 februari 2020

Thuis, woensdag 19 februari 2020


Vandaag rust. Niet naar school. Geen uitstapjes. We veel gepraat over de plannen van de school, de kinderen, de leerkrachten, de sponsoren, enz. Goed om zo nu en dan alles door te spreken en de klokken gelijk te zetten. We merken dat het belangrijk is te merken en te proeven hoe alles hier reilt en zeilt en welke verschillen er zijn tussen de Afrikaanse en Hollandse benadering. Ben nog even bezig geweest met de plattegrond van het schoolterrein om de hoeveelheid grondverzet in te schatten. De naaimachine van Hélène, de dochter van Vivianne en Jefson, had wat reparatie nodig. Gerard en ik mochten ons daarover ontfermen. Verder zijn de zonnepanelen en de accu’s gerepareerd. We hopen dat morgen alles werkt! 



’s Avonds was er nog een verrassing. Mensen uit de buurt, die Lamko niet kent, brachten een geschenk voor ons. Iets te eten. Wat? Een fles vol met sprinkhanen (dood overigens). Schijnen heel lekker te zijn. We zullen wel zien.



Emmanuel, onze huisgenoot in de ‘garage’, kwam nog wat bijpraten, foto’s bekijken, de telefoon van Sjoerdtje inspecteren en de opgeladen laptop en fototoestelbatterij brengen. Een heel aardige vent, met wie we zomaar allerlei gesprekken kunnen hebben. Hij studeert binnenkort af aan de opleiding elektrotechniek in Nzérékoré. Zo nu en dan gaat hij naar het gezin van z’n ouders in Kissidougou / Kèlèdou, de moeder en tien broers en zussen. Z’n vader is overleden. Emmanuel is de oudste en zal na z’n diploma mede voor het gezin (moeten) zorgen.


Cecile kwam een stapeltje schone was terug brengen. Cecile, Delphine en Hélène doen voor een groot deel de huishouding bij Vivianne en Jefson en zo ook voor ons vieren. Twee keer per dag brengen ze heerlijk eten. Vaak rijst met diverse soorten saus. Vandaag aangevuld met stukken schaapsvlees, nog uit Bele. Bananen vormen een belangrijk onderdeel van de menu’s. Vandaag bijvoorbeeld een schotel met gebakken bananen, met mayonaise en sinaasappel. Heerlijk! Een vette pluim voor de meiden. Cecile gaf vervolgens nog een show weg in haar verlovingsjurk, met allerlei versierselen, een kroontje en een schouderband, heel mooi! Komende zaterdag is het verlovingsfeest. De onderhandelingen tussen Lamko en de familie van de bruidegom, Alain, over de bruidsschat zijn inmiddels afgerond (vermoed ik). Ze heeft het er maar druk mee.

Naar Bele, dinsdag 18 februari 2020


Het is maandagavond, kwart over elf. Ik schijn tot twaalf uur keiharde, walgelijke geluiden (sommige culturen noemen dat muziek) te moeten aanhoren. Het buurmeisje is jarig, daarom. Van slapen is geen sprake (de slaapkamer ligt aan de herriekant) en van binnenzitten ook niet omdat het licht bijna ‘op’ is. Dus toch maar buiten zitten, want daar is gelukkig wel voldoende licht. De keiharde herrie trotseren en me opsluiten in de herinneringen van vandaag lijkt de enige mogelijkheid. Een eindje lopen is ook geen optie want de onverharde wegen zijn aardedonker. En vooral vol kuilen en bulten. En de reserveheup heb ik niet meegenomen. Het voordeel van dit tijdstip is de weldadige temperatuur, even boven de twintig graden. M’n hersenen zijn inmiddels redelijk gestold en m’n oververhitte lijf (tegen de veertig graden overdag) heeft weer een voor de westerse mens redelijke temperatuur bereikt. Zo, even een slok flessenwater vermengd met stukjes limoen en de herinneringen worden langzaamaan behapbaar.
De belastinginspecteur had twee chauffeurs ingehuurd om ons om tien uur naar Bele te brengen, zo’n twintig kilometer van Nzérékoré, op de rand van Liberia en redelijk in de buurt van het drielandenpunt Guinee, Liberia en Ivoorkust. We zouden de school bezoeken. Dat ging zeker door, maar op dát moment konden we nog niet bevroeden dat het zowat een compleet dorpsfeest zou worden, met ‘schaap’ en al. De oplettende bloglezer zal zich mogelijk herinneren dat we vorige week een charmeoffensief meemaakten, waarbij ook de belastinginspecteur, een oom van Lamko, betrokken was. De lezer zal zich mogelijk ook herinneren dat hij een groot hart heeft voor kinderen. Hij bouwde en exploiteert nu op eigen kosten de basisschool in Bele. Daar werden we ontvangen. Niet op z’n Hollands met een bakje koffie (misschien twee) en een plakje cake, maar op z’n Afrikaans, met ….. lees maar verder.
Maar eerst staken we nog aan in het dorp Bounouma, de woonplaats van een domineesgezin. De domineesvrouw heeft een tijd terug 'microkrediet' ontvangen om een winkeltje op te bouwen voor de onderhoud van het gezin. En dat is gelukt!! Nu heeft de dominee meer tijd om het evangelie uit te dragen.



De kinderen stonden opgesteld in twee rijen, waartussen we naar het schoolgebouw liepen. Kinderen in verschillende uniformen afhankelijk van de leeftijdsgroep. In elk geval kleurrijk. En ze zongen een welkomslied, mooi! We arriveerden bij de school, althans bij het baldakijn dat vóór de school opgericht was. Groot, want alle kinderen konden zich eronder beschermen tegen de zon. Allemaal op bankjes, keurig in het gelid. Eerst mochten we veel handen schudden en daarna met een sleep van leerkrachten een aanverwanten de lokalen bezichtigen. Een crèche, een kleuterklas en lokalen voor twee oudere groepen. Bij de kleuters overhandigde Sjoerdtje een blokkendoos en enkele puzzels. Vreemd en nieuw voor de kinderen en onwennig voor de leerkracht. Ik ben benieuwd wat ze er verder mee gaan doen. Vervolgens naar een lokaal waar we enkele lesmethodes konden bekijken en naar een vertrek met de foto van de moeder van de schooleigenaar naar wie de school genoemd is, de ‘Scolaire Kohou Tonhon Kpaale’. Tot slot naar een aardig houten gebouwtje (de eerste school)  met twee lokalen, mooi beschilderd met verschillende voorstellingen.





Daarna was het tijd om te zitten, op de galerij voor de school, in de schaduw, hard nodig in de brandende zon. Kun je je een bijeenkomst voorstellen zonder drummers en danseressen? Het duurde maar even of we waren omringd door trommelaarsters en heupwiegende Bele’se schonen. Met de onuitgesproken bedoeling op enig moment wat briefjes in de handen te stoppen. Ondertussen werd het later en warmer. Onze gastheer wist goed te timen en we vertrokken al zwaaiend en handen schuddend. Waarheen? Naar verrassing twee. Naar een in-aanbouw-zijnd ziekenhuis(je) niet ver van de school. De bouw is een initiatief van de aanstaande man van Cecile, de dochter van Lamko en Gerard. We stapten weer in en reden naar verrassing drie, de woning van onze gastheer. We konden gelukkig meteen neerstrijken in een groot, beschaduwd prieel. Koel water stond op ons te wachten. Het prieel vulde zich met allerlei pluimage, waarvan we naar de verschillende identiteiten konden gissen. Waarschijnlijk allerlei notabelen (passend woord voor dit dorp) en familieleden. In de tuin had zich verder allerlei volk met kinderen verzameld, waaronder de inmiddels gearriveerde groep van roffelaars en danseressen. Met elkaar tussen de vijftig en zeventig mensen. Het dorp was uitgelopen en uitgelaten.
Het water was lauw geworden, de gesprekken niet steeds even gemakkelijk in het Frans, het Mano, het Nederlands en het Engels en het zitvlak beurs. Tijd voor wat anders, maar dat had onze gastheer al in petto. We stapten in de auto’s en reden door de nauwe, stoffige en lemen straatjes van Bele naar een van de plantages van onze gastheer. Verrassing vier.  En zeker niet de minste. Inmiddels waren we even binnengelopen bij een oude man in een woonhutje met een lemen vloer. Hij zat op de grond, een oom van onze gastheer met wie we kennismaakten. De plantage bestond uit een verscheidenheid van ‘akkers’ met koffiestruiken (o.a. de soort Robusta), cacaobomen, palmbomen, bananenbomen, ananasplanten en rubberbomen, doorsneden met een riviertje met enkele gammele loopbrugjes. Halverwege onze tocht zagen we tussen de bomen door enkele rijstvelden in de zon schitteren. We maakten kennis met een werkplaats waar de palmnoten worden verwerkt tot olie. De schillen van de noten worden gekookt in water terwijl de olie komt bovendrijven. De resterende kernen van de noten worden gekraakt en geperst, waaruit vervolgens ook olie wordt gewonnen. Rubberwinning gebeurt eenvoudig, door het insnijden van de stammen en het opvangen van de uitstromende rubber in een aan de boom gebonden beker. De rubber ‘stolt’ in de bekers die van tijd tot tijd worden geleegd. Naast de bomen lagen verscheidene van dergelijke ‘rubberballen’.



Het plantagebezoek liep vervolgens uit op verrassing vijf, een fantastische maaltijd. Maar zover was het nog niet. Ons was wel een schaap aangeboden en het was wel de keel doorgesneden, geslacht en bereid, maar het eten voor zoveel mensen was nog niet klaar. En we moesten ook nog bijkomen van de plantagevoettocht en nog veel water drinken in het prieel en nog echt honger krijgen en nog zure, misselijkmakende palmwijn afslaan, die door de anderen uit grote bekers genuttigd werd en nog veel luisteren naar de roffelaars en nog veel kijken naar de heupwiegers, die inmiddels ook het prieel hadden bevolkt. Enkele ‘briefjes’ lichter en wat tuitende oren verder, vond uiteraard op het geschikte moment onze gastheer het welletjes en nodigde ons voor de maaltijd: heerlijke en kruidige rijst - jawel – met schaapsvlees en schaapslever. Heerlijk! Onze gastheer en Lamko gingen daarna nog aan de foufou. Niet om aan te zien, maar het schijnt een lekkernij te zijn. 



We schudden nog vele handen (en we poogden nog telefoonnummers van ‘les amis’ uit te wisselen) en werden ‘en masse’ uitgezwaaid. Het begon te schemeren toen we in Nzérékoré arriveerden. De walgelijk herrie is nog steeds om me heen, tot half twee, maar m’n biertje is op en m’n ogen vallen zowat dicht.

woensdag 19 februari 2020

School in de praktijk, maandag 17 februari 2020


Vandaag gaat Sjoerdtje een gastles geven over ‘(voorbereidend) schrijven’. Maar eerst waren Gerard en ik nog druk met de plaatsing van een badkamermeubel in hun woning. Dat moest ook gebeuren. Ook de rit van ongeveer tien kilometer moesten we voorbereiden. Zoals de gereedschapskoffer meenemen, want er valt op school altijd wel een klusje te doen; deze keer het werkstuk van Jenneke Vonk ophangen. En verder lege drinkflessen meenemen om bij de schoolpomp met bronwater te vullen. Vaak steken we onderweg nog aan bij straatwinkeltjes (vaste marktkramen, voor Nederlandse begrippen) voor flessenwater of ijs voor de koelbox of etenswaren, enz. Maar vandaag waren we redelijk voorzien en reden we rechtstreeks naar school.
Zaten er vorige week nog 37 kinderen in het klaslokaal, nu bleken het er 55 kinderen te zijn. Ik moest daarom assisteren  en samen met de juf en met Sjoerdtje ‘vlinders’ knippen en uitdelen aan de kinderen. Daarna kregen de kinderen elk één kleurpotlood om daarmee de vlinders naar eigen inzicht te ‘beschrijven’.  Een enkel kind had een paar letters geschreven, de meesten echter krabbelden en tekenden wat. De gastles bestond voorál uit het goed vasthouden van het potlood en het uitvoeren van handbewegingen. Heel basaal dus. Maar wel met een aansprekend resultaat toen alle Papillons rondom de ramen waren opgehangen. Een kleurrijk gezicht!





Inmiddels waren enkele vrouwen in een ander lokaal bezig de ‘eetzaal’ klaar te maken. Op elk bankje een bord, een beker en een lepel. In de kleuren van de regenboog. De kans is groot dat de meeste kinderen nog niet eerder met een lepel hadden gegeten. Mooi om te zien hoe ze de lepels vasthielden. Maar ook helemaal niet vasthielden, en gewoon zoals ze gewend waren met de handen aten. Het menu bestond uit een bordje met rijst met een heerlijke, kruidige groentesaus (een soort spinazie) en een beker water. Druppelsgewijs verlieten de kinderen de eetzaal met een ‘merci madam’! Aan het begin van de maaltijd was Sjoerdtje in gebed voorgegaan, afgesloten met een gezamenlijk ‘amen’.



De laatste actie van de kinderen op deze dag bestand uit het schoonmaken van hun eigen klaslokaal. Dat ging vliegensvlug én goed. Mooi om te zien. De banken werden op hun zijkanten geduwd en zo ontstond een brede ruimte om te vegen. Zeker tien kinderen veegden zo in een ommezien het lokaal schoon. De bezempjes gingen weer in de afvaldoos in de hoek bij de deur.
Zo, dit waren enkele momenten in het leven van 55 JDFkinderen. De andere leerkracht is een meester die op dit moment ziek is. Als hij terugkomt zal de klas mogelijk gesplitst worden.

dinsdag 18 februari 2020

Kerk(op)bezoek, zondag 16 februari 2020


Het zou weer een bijzondere dag worden. Die lag echter nog verborgen in de ochtendschemer. Gisteren borrelde de vraag op of we de kerk van vorige week weer wilden bezoeken. Dat leek ons een goed plan. Bovendien is het de kerk van Lamko en Gerard, de ‘Église Protestante Evangelique de Bethanie’. Vlakbij het huis staat wel een grote evangelische kerk, maar daar hebben zij niet zo’n band mee. De kerkdienst verliep vlot, weinig zingen, maar één collecte en een korte preek over Matteüs 6:9,10 over het Onze Vader en het Koninkrijk van God. Gelukkig duurde de dienst óók kort omdat we achterin het gebouwtje zaten, waar het erg warm werd. We wilden niet, zoals vorige week, vooraan in de schijnwerpers zitten. We horen er nu gewoon bij. 



We reden vlot naar huis want er zouden nog enkele mensen van de kerk langskomen. Even later sleept Immanuel plastic tuinstoelen aan uit de buurt. Veel stoelen. En weer even later hoorden we tromgeroffel. ‘Daar komen ze’, zei Gerard. ‘Hoezo, komen ze?’, vroeg ik. Het antwoord kwam al gauw. Het geroffel zwol aan en de eerste kinderen kwamen al door de poort. (Het erf is omgeven door een muur met een brede en een smalle poort). Meteen gevolgd door een ‘grote schare van gelovigen’. Wat bleek? De héle kerk was uitgelopen om ons te begroeten, een karavaan van zeker zo’n honderd volwassenen en kinderen. Overweldigend. ‘Alleen maar’ om ons te begroeten. Passend bij hun dankbaarheid voor het werk van de JDF en voor ons bezoek aan de kerk. Terwijl we dezelfde mensen zojuist in de kerk hadden meegemaakt. Afijn, dat is vast een gedachte ontsproten aan westerse efficiëntie.
Sjoerdtje werd de danskring in getrokken en huppelde vrolijk mee op het tromgeroffel en de danseres. De trommels zwegen even en toen was het mijn beurt. Heel gaaf, lekker hossen, zelfs door de knieën mèt de verse heup. Het gejoel om ons heen was niet van de lucht. De voorzitter maande iedereen te gaan zitten en nam het woord. Het was een eer en ze waren erg dankbaar dat we samen met Gerard en Lamko hun waren komen bezoeken. 



Volgens Afrikaans gebruik ging dat gepaard met veel ‘halleluja en amen, amen’. En met bananen, aardappels, rijst en kip. Een levende kip, met beide poten gebonden, bovenop de aardappels. Diezelfde avond nog lag ze (ergens) in de pan. 



Sjoerdtje en ik zeiden nog enkele woorden, getolkt vanuit het Engels in het Mano, de streektaal. We dankten God en wensten elkaar de vrede van Christus. We zegden toe de groeten en de zegen over te brengen naar de gemeente in Arnhem.



‘s Avonds gaf Gerard ons een rondleiding in hun andere woning, een ruim gebouw met twee verdiepingen (bijzonder in deze buurt). Op termijn willen Lamko en Gerard het geschikt maken als polikliniek voor de wijk. Voorlopig zijn ze nog druk voor de JDF. We zullen afwachten wat de toekomst voor mooie ontwikkelingen brengt. Halleluja.

Schoolfeest! zaterdag 15 februari 2020


We zijn vandaag vroeg uit de veren. Sowieso staat Emmanuel, de inwonende stagiair techniekopleiding, elke ochtend vroeg op om de paar tuintjes water te geven en vers stokbrood te gaan halen. En om half zeven is het nog schemerig en vooral heerlijk koel (18-20 graden). Wat is er heerlijker dan vroeg op te staan en de koelte te voelen! Drie uur later is het weer puffen en puffen.
Meestal begin ik op dit moment ook met het schrijven van de dagelijkse blog. Maar vandaag is daarvoor geen tijd en zitten we voor negenen in de auto, óp naar de laatste voorbereidingen voor het feest! Presentaties ophangen, allerlei meegenomen spullen op hun plek brengen en de stroomvoorziening verzorgen, door middel van een generator, waarvoor we gelukkig genoeg benzine hebben. Het terrein begint aardig vol te lopen en gaat er steeds kleurrijker uitzien. Veel mensen en kinderen uit de buurt. Vrouwen gekleed in alle kleuren van de regenboog. Het buurtcomité van het Quartier Bethanie, rondom de school gelegen, fleurt het terrein op met een baldakijn. Met een houweel hakt men putjes in de grond van het terrein en vervolgens steken ze er latten en boomstammetjes in, ongeveer twee en een halve meter lang. Daarna spannen de buurtmensen allerlei touwen zodat er een kriskrasafdak ontstaat. Inmiddels zijn enkele palmen ontdaan van hun takken en is het baldakijn-in-wording op een hoop gelegd. Het is mooi te zien hoe allerlei mensen en ook jonge kinderen de takken aanslepen van buiten het terrein. Eén, twee of drie takken boven op het hoofd vormen al wiegend een groene slang. 





En dit gebeurt om tien minuten voor tien, terwijl volgens de ceremoniemeester de officiële ingebruikname om tien uur zal beginnen. Niet dus. Want alle palen staan nog niet omhoog, alle draden zijn nog niet gespannen en de palmtakken liggen nog op een hoop. Gerard heeft inmiddels een soundblaster aan de praat gekregen en Lamko seint vanaf haar telefoon allerlei Guinese muziek over het veld heen. De stemming komt er in en hier en daar beginnen de mensen ritmisch te bewegen.  Even later zijn trommels geïnstalleerd. Er komt een vrouwengroep in beweging. De muziek en het geroffel gaan los! Het terrein deint van de mensen, waartussen zich inmiddels allerlei officials gemengd hebben, hartelijk welkom geheten bij de ingang van het terrein van de school. Het is ongeveer half elf. De auto van de ‘Gouvernorat Nzérékoré’ verschijnt en een bruingeklede regeringsvertegenwoordiger, met een bruinzwart gerande hoed, stapt uit. Met hem hebben we donderdag kennis gemaakt en wij zijn blij dat hij op de uitnodiging is ingegaan. Hij is de plaatsvervanger van de Gouverneur voor het landsdeel Nzérékoré.
Inmiddels zijn er meerdere genodigden gearriveerd. Onderling is men druk bezig te delibereren over wat er gezegd zal gaan worden en wie het woord gaat voeren. Het baldakijn is klaar, achter de wc’s zijn de bouwvakkers druk bezig met het maken van de stellage voor de citerne, kinderen lopen af en aan bij de pomp om water te halen en met water te spelen, tegen de galerij van de school zitten kinderen en moeders met baby’s en peuters en aan de galerij staat een schaap gebonden dat zo nu en dan zachtjes blaat. Voor de vrouwengroep met de trommels wordt een dansvloertje klaar gemaakt. Niet meer en niet minder met emmers water om wat stevigheid aan de ondergrond te geven en al te veel stoffigheid tegen te gaan.  Want dat er gedanst gaat worden is de Afrikaanse onvermijdelijkheid. De juf van de klas is er uiteraard ook en zij beweegt zich tussen al de kinderen. Het delibereren is gestaakt en Alphonse, de secretaris van de JDFGuinee neemt het woord en heet iedereen welkom. Er volgen meerdere sprekers uit de wijk. Ook de plaatsvervangende Gouverneur voert het woord. Allen zijn erg blij met de school omdat deze niet alleen voorziet in een  plaatselijke behoefte aan opvang en onderwijs voor de (pleeg)kinderen, maar ook omdat de school een regionale voorbeeldfunctie vervult. Het onderwijs is gratis voor de pleegkinderen, maar de uiteraard wél noodzakelijke financiële middelen komen binnen via giften en vele sponsoren. Op de voor hun passende manier zullen de instanties en overheden alles doen om de school en het plan voor het Centre Culturel mogelijk te maken en te ondersteunen. Het Gouvernement is hier zeer duidelijk in. De buurt Bethanie  is met veel mensen aanwezig.  Ze zijn feestelijk uitgedost. Ze zijn erg blij en maken er een spektakel van dankbaarheid van. Ten eerste het schaap en een baal rijst van 50 kilogram, enorme giften voor de bewoners die maar net hun hoofd boven het financiële water kunnen houden. Vervolgens kregen wij als JDFers allen een fantastisch shirt of jurk in de traditionele kleuren van Guinee: oker en bruin. Dit alles gebeurde onder veel tromgeroffel en omhelzingen, aangevuld met swingende danspassen van, onder andere, Gerard!
Het moment voor de officiële ingebruikneming was aangebroken. De kinderen maakten een “gangpad” naar de ingang van de school. De plaatsvervangend Gouverneur en enkele officials begaven zich naar het witte lint. 



Het lint moest eraan geloven en onder luid gejuich en hoera zette de hele club zich in beweging om de lokalen te bekijken met de strak opgestelde bankjes, de kast met de uitgestalde boeken en het whiteboard met de reciteeropdrachten van de juf. Ok het lokaal ernaast met de uitgestalde materialen werd goed bekeken. (Bijzonder toch dat de mensen speciaal een foto gingen maken van de meegebrachte  Franstalige boekjes, die we gekregen hebben van een rommelmarkt van een kerk op de Gulden Bodem in Arnhem!) Nu kwam ook het moment dat de handtekeningen werden gezet door de autoriteiten, waarin ze uitspreken zich te zullen inzetten voor de ontwikkeling van de plannen van de JDF. Mooi meegenomen om te laten zien aan instanties in Nederland, zoals De Wilde ganzen en EO Metterdaad. Want we hebben met eigen ogen kunnen zien dat de middelen van de Guinese autoriteiten, vooral zichtbaar in de huisvesting, de wegen en de openbare voorzieningen, zoveel te wensen overlaat dat zij niet bepaald geld óver hebben. Ze werken hier en daar nog met typemachines die wij in de jaren zestig al niet meer wilden gebruiken! Terug op de galerij van de school dromde iedereen samen voor de officiële onthulling van de naam van de school. De plaatsvervangende Gouverneur, ondersteund door Sjoerdtje, trok aan het touw om de naam van de school te onthullen. Er kwam een prachtige foto van een zeer bekende Nederlandse, Giesbeekse vrouw tevoorschijn: Marja Urbach! De basisschool draagt de naam : Ecole Primaire Mama Marja Urbach! En dat onder veel gejuich van het lang leven de JDF, lang leve Mama Marja Urbach en hiep hiep hoera! Jefson vuurde de kinderen onuitputtelijk aan. 




De mensen streken weer neder onder het baldakijn voor een drankje en de Guinese oliebollen van Lamko, ‘galettes’ op zijn Frans. De bewaker van de school kreeg een kledingpakket, geschonken door Parenco (Renkum) en aangeboden door Gerard.
Inmiddels hadden enkele mannen zich onder belangstelling van een groep kinderen zich ontfermd over het schaap, ofwel op een zeiltje en naast het baldakijn, de hals doorgesneden. Even later gingen de onderdelen van het schaap  van hand tot hand en werden verdeeld onder meerdere mensen. Het idee is om de baal rijst te verdelen onder mensen die het echt nodig hebben.
Tot slot leidde Sjoerdtje de officials rond langs het toiletgebouw. Zo’n toiletgebouw is bijzonder voor deze buurt omdat wc’s vaak niet meer zijn dan een gat in de grond met een muurtje er omheen. De JDF heeft nadrukkelijk gekozen voor goede hygiënische sanitatie. Dat wil zeggen: wc-potten met doorspoeling en wasbakken om de handen te wassen. Achter het gebouwtje is een septictank met daarop een waterreservoir (citerne), nog in aanbouw. De citerne vult zich met regenwater van de daken, in de droge periode aangevuld met water uit de waterput op het terrein. Al met al een unieke schoolvoorziening in de wijk. Naast deze vorm van sanitatie wordt ook het afval op een hygiënische manier verzameld. Er is vooral veel plasticafval voor aparte bakken. Organisch afval (van fruit, etensresten, enz.) wordt binnenkort gebruikt voor een aan te leggen schooltuin.  In het lokaal staat een bak met zelf geknoopte bezempjes. De kinderen gebruiken deze voor het schoonhouden van de lokalen en de galerij. Bij elkaar belangrijke vormen van educatie in de wijk.
Zo, het was een mooi evenement met al die feestelijke momenten, on  in dankbaarheid op terug te zien. Halleluja!