Kruiers helpen ons met de twaalf koffers en dat is maar
goed ook. Al zijn er bagagekarretjes, het traject waar we langs moeten, bestaat
uit schuine hellingen waar je flink moet werken om boven te komen. En als je naar
beneden gaat ook fors moet werken om ze tegen
te houden. Stoere mannen doen dat voor ons, we hoeven ze alleen maar bij te
houden en dat valt niet mee in het gewriemel van Conakryezen en het mondiale
volk uit het vliegtuig. De mannen gaan snel!
Beneden staat onze
chauffeur ons op te wachten. Het is een student van de Mission Kalima. Hij is
net afgestudeerd voor predikant. Ik hoop dat hij een even voortreffelijke predikant
als chauffeur is. Hij manoeuvreert, toetert en laveert met een soort ware
doodsver(w)achting door het verkeer zoals in ons aangeharkte vaderland nooit
zal hoeven voorkomen. En zonder deuken en schrammen! Mark blijkt onze
particuliere chauffeur te zijn voor de komende vijf weken. Nous sommes peuple beni.
De laatste paar honderd meter rijden we met een snelheid
van 0,73 km/h geschikt voor het ontwijken van richels, wadi’s, afval, kuilen,
stenen, rotsblokken en alles wat via de Algemene Plaatselijke Verordening in
Nederland verboden is. We stappen uit onder de onwankelmoedige adviezen van
Gerard aan mij om niet te struikelen. Het is donker, weet je. Opeens een zwerm van jonge knullen en meiden
om ons heen die de twaalf koffers en nog wat los draagspul naar binnen brengen,
na enkele kleine trappen met allemaal verschillende treehoogtes. Handig voor
een schepsel met een nog lerende heup. Inmiddels zijn we de gemakken van
Düsseldorf, Parijs en de tussenstop in Nouakchott alweer vergeten.
En we krijgen eigen kamers, gastenkamers van Mission
Kalima. De baas Papa Paul is samen met z’n vrouw in Duitsland voor
fondsenwerving. Maar Lamko en Gerard kennen het huis als hun broekzak. Paul is
de (veel) oudere broer van Lamko. En er is water waar we schreeuwend behoeft
aan hadden gekregen, niet uit de kraan maar uit de fles. Water uit de kraan zou
voor ons het opvolgend gebruik van antidiarreepillen zeker nodig maken. Het
slapen, vanaf zeg maar 12 uur, was wel even een punt bij 35 graden op de kamer.
Maar alles went. En ’s ochtends konden we douchen met een (zeer) klein straaltje,
koud water. Heerlijk.
Hop(pa) en je zit in Afrika, eindelijk losgelaten. Wat een heerlijk moment moet dat zijn na zo krapbemeten tocht, van hoeveel uur ook al weer?
BeantwoordenVerwijderenIk heb je nog een tijdje gevolgd net boven Afrika. . . . Leuk
Maar even de vluchtnummers van de terugreis doorgeven.