donderdag 6 februari 2020

Op weeceepottenjacht, 5 februari 2020

De dageraad begon, naast de alweer gebruikelijke geluiden, met het schrijven van de blog van gisteren. En verder beloofde het een rustig dagje te worden, althans voor Sjoerdtje en mij. De inmiddels twee chauffeurs waren vroeg afgezet naar de haven om de beide geëmbarkeerde auto’s te verlossen van het hermetisch afgesloten haventerrein. En met succes, ze kregen zelfs gewapende escorte op last van de generaal van gisteren. Vrienden zijn vrienden, zo werkt dat! Actie van Lamko!
En verder was het heerlijk rustig op de Mission. Wat suffen bij de slapende, slepende en slopende warmte en vooral veel water drinken. En aan de supersterke koffie. En een mooi succesje voor het goede slaapmilieu bij Gerard en Lamko. Namelijk de stekker van de airco repareren. Hoe moeilijk kan het zijn. Ja dus, moeilijk. Geen gereedschap op de Mission. Maar na navraag bij Robèrt, de klusjesman van de Mission, ontdekte hij in z’n schuur een oude maar goede stekker. Die ontdekking strekte zich echter niet uit tot handzaam gereedschap. Maar binnen de kortste keren had Robèrt toch een kloeke schroevendraaier weten te bemachtigen bij de naastgelegen school. Samen rooiden we het: Robèrt, Gerard en ik. En inmiddels werkt de airco weer en zijn twee slapers zeer tevreden.

Met z’n vieren gingen we lopend op missie naar de weeceepotten. Via woonstraatjes met de gebruikelijke kuilen, gaten, vuilnis, smeulende vuurtjes en zo naar een grote Katholieke kerk. Mooi van eenvoud, te zien aan de buitenkant én aan de binnenkant omdat het fototoestel tussen de spijlen van het hek een halve meter de kerk ingeschoven kon worden.  Een betonnen kerk met een plaatstalen dak, met wapperende tentdoeken door de wind in een vrij spel bewogen, een eenvoudige en met liefde gedekte mistafel, alsof de sprei van oma’s bed een religieuze bestemming had gekregen, met tuinstoelen in alle kleuren van de Conakryaanse Gamma’s, Praxes (meervoud…) en Hornbachs, met allerlei vormen van banken, picknicksets en wat niet al. Een kleurrijk geheel. Op geheel eigen manier passend bij de elders, in minder arme landen, gebruikelijke kleurrijke en goudbestikte kazuifels, prelatenhoeden en wat niet al. En met een moestuin, boven de grond zichtbaar als een weelderig bladerendek de ondergrondse zoete aardappels bedekkend. Volgens Lamko. En dan is het zo. Maar tussen de aardappels en de iets verderop prachtig florerende roze bloemen (een soort gelijkend op onze kattenstaarten) een bovengrondse Hades van plastic en vuiligheid met daar bovenop een tekstbord met de waarschuwing een boete van 3.000.000 Guineese francs te ontvangen bij overtreding van ‘ici interdit de jeter des ordures’.  Je kunt het proberen.
De bijna adembenemende warmte verhinderde ons niet aan te komen bij de ‘grote weg’, waar we een vrachtwagen met zakken cokes en kolen passeerden en bijna voorbij liepen aan de ‘Sombily Sagale Materiel de Construction’, de weeceepottenspecialist. Gelukkig stonden binnen vier tuinstoelen, in vier verschillende kleuren, in de schaduw. Een weldaad. Met uitzicht op de kolenauto, enkele stellages met tegels, bestoven mensen en een mooie vrouw met een gigantische hoofdtooi. En het mag gezegd, de straat is niet alleen bezaaid met plastic maar ook met stoffige mannen en mooie vrouwen en niet alleen vanwege de hoofdtooien!  We keken vanuit het verkooppunt want groter was het drie bij drie meter tellende winkeltje niet. De koop van vier weeceepotten en vier toilettafels werd gesloten, uiteraard voor een afgedongen prijs, bedoeld voor de school en het toekomstige ontmoetingsgebouw van de Jerome Damey Foundation. We passeerden een boom met  mango’s. Kom daar in Nederland eens om. En daarna was het tijd voor een flinke siësta.

De chauffeurs en de auto’s waren aangekomen. Tijdens het wisselen van vooral veel Franse woorden droegen we met z’n allen de koffers naar de ene auto. De andere auto, een Vito, bleek niet gebouwd te zijn om de Mission te bereiken en bleef enkele straten verderop op het asfalt staan. Ook de auto van Papa Paul reed mee, in karavaan naar de woning van Papa Patrice, ook een oudere broer van Lamko. En daar begon het subtiele overpakspel, als voorbereiding op de tocht naar Nzérékoré. De schade aan de Vito vanwege de diefstal bleek mee te vallen. De twee auto’s voor Nzérékoré werden onder veel Franse teksten en onder het grote geduld en het gekleurde en kletsnatte voorhoofd van Gerard tot op de kubieke millimeter gevuld. Waarvan akte en waarvoor applaus. De zon ging oranje onder, een mysterieus licht verspreidend tussen de bladeren van de palmen bij de ommuurde tuin van Papa Patrice. Een tuin met veel groen en mooi aangelegd. Dat hadden we tot nu toe nog niet gezien in Conakry. We aten lekker bereide zoete aardappels met veel en nog meer water. Overigens geen aardappels maar één aardappel, of misschien slechts een deel daarvan. Een zoete aardappel in de vorm van een ongeveer veertig centimeterlange cassave. Een culinair nieuwtje voor ons.
’s Avonds was er rust om twee blogs over te zetten van Word naar de Blogspot. Zo gaat dat, step by step, want alles gaat op z’n Afrikaans en vooral niet met Hollands gemak. Want je moet maar net verbinding hebben met het wereldwijde web. Met redelijk wat georganiseer lukte dat. Een oefenschool voor geduld. Na nog veel water en een zeer stevige koffie werd het tijd voor een klamme nacht, ondanks de airco.












2 opmerkingen:

  1. Wat een belevenis! Mooie verhalen die zo beeldend zijn, dat ik me bijna in Afrika waande. Op naar de volgende story!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat heerlijk om zo met jullie mee te kunnen genieten!

    BeantwoordenVerwijderen