Het
programma van de resterende dagen van ons verblijf in Nzérékoré is helemaal omgegooid.
De shovel komt niet aanstaande vrijdag maar vanochtend, vroeg. We zijn om kwart
over acht op school maar er is geen shovelmachinist te bekennen. Zo rond tienen
komt hij nog eens aankakken. Met een machine die de grootste kolenmijn nog zou
verslaan in het uitbraken van stinkend zwarte stof. Niet alleen uit de uitlaat,
hoewel die wel bedoeld lijkt te zijn voor uitlaatgassen, maar ook uit het
motorhuis zelf. Ik zei tegen Gerard ‘Meteen het werk stilleggen wil je geen
milieupolitie en Arbo-controleurs op je dag krijgen’. Geintje … we zijn in
Guinee. En daar maakt het niet uit of je longen op je dertigste compleet verrot
zijn. Geen geintje. Er moet immers geld verdiend worden? Je moet toch leven? En
zo is dat. Dus was, zolang de motor draaide, de hele omgeving van de school en
het Quartier Bethanie vergeven van de stank en kankerverwekkende stoffen. Er
liepen zo’n veertig kinderen rond.
Gerard en ik
hadden de werkzaamheden goed voorbereid. Tevoren het terrein ingemeten, de
hoogteverschillen vastgelegd en daarvan een kaartje gemaakt en een tekening
gemaakt van de nieuw te maken terreinsituatie en het grondverzet. Aan de hand
daarvan hadden we deze ochtend de paaltjes geplaatst en aangewezen aan de
machinist. Zo wist hij precies wat hij moest doen. Al gauw had hij laten weten
dat de paaltjes afweken van wat hem dagen eerder verteld was. Dat zou kunnen, maar de paaltjes in het
terrein waren duidelijk genoeg. Daaraan had hij zich te houden. Enkele uren
later bleek dat de machinist toch vasthield aan zijn eerdere idee … waarom mag
Joost weten. En dat was ook ongeveer het moment dat de shovel stopte, zo om en
nabij twee uur. Mooi moment om even te pauzeren.
Ondertussen
had Sjoerdtje goede gelegenheid een tekenles te geven. In het lokaal waren de
kinderen redelijk beschermd tegen de uitlaatgassen. We ontmoetten ook ons sponsorkind met de vader.
En we hadden nog een
discussie over de aansluiting van de dakgoot van het toiletgebouw op de citerne.
Inmiddels deden Gerard en ik enkele
klussen en was ik bezig met het typen van de blog van de voorgaande dagen.
Vervolgens waren Lamko en Sjoerdtje samen met Jefson naar de markt getogen in
het centrum. De ‘pauze’ moest al lang
voorbij zijn, maar het schoolterrein hulde zich nog steeds in stilte. De
kinderen waren ook al lang naar huis.
Het zal
ongeveer vijf uur geweest zijn toen Sjoerdtje en Lamko terugkwamen van de
markt. De machinist kwam meteen naar Lamko toe om haar in het Mano te laten
weten dat hij geld nodig had voor dieselbrandstof. Wat was het geval? Hij was
niet gestopt om te pauzeren, maar omdat de brandstof op was. En was vervolgens
op z’n krent gaan zitten, drie uur lang. Hij had kennelijk geld nodig om
brandstof te kopen. Ondertussen had hij
met niemand contact gelegd om sneller aan brandstof te komen. De druk om
het werk snel af te maken was er ook nauwelijks omdat hij tevoren al betaald
was voor de opdracht. En hij vond dat hij voor de brandstof nog extra betaald moest
krijgen. Ook dit is Afrika. Ik ben benieuwd wanneer en hoe het werk afgemaakt
wordt en of dat nog weer extra geld kost. We zullen het niet per ommegaande
weten want morgen vertrekken we naar Conakry. Maar niet voordat we afscheid namen van Mama Marja.
Sjoerdtje en
Lamko hadden de markt in het centrum van Nzérékoré afgeschuimd. Hier de
bevindingen van Sjoerdtje. ‘In smalle gangetjes liepen we door een overdekte
markt met kleine ongeveer vierkante kraampjes. Stampvol met van alles. Van
gesneden rubberbanden (voor het vastmaken van allerlei) tot levende have zoals
kippen en vissen. Je kunt het zo gek
niet bedenken. We hebben nog wat spullen ingeslagen voor de reis en voor
de kleinkinderen. In de stalletjes liggen hier en daar kinderen en handelaren
heerlijk te slapen. Soms gewoon bovenop de spullen. Omdat Vivianne te druk was
met allerlei dingen en niet in de gelegenheid was ons terug te brengen, bedacht
Lamko een andere manier om ons weer naar school te brengen. We liepen naar het
kantoor van de belastinginspecteur, de oom. We werden gastvrij ontvangen en
zijn chauffeur bracht ons comfortabel terug naar de school’.
Op de terugweg reden we nog langs een 'Restaurant Hollandais' van een Hollandse dame uit Lemmer. Jammer genoeg was zij er niet, dus van Fries spreken kwam het even niet.
’s Avonds
was het nog een drukte van belang, de avond voor vertrek. Van alles inpakken.
Van alles regelen. Vooral Gerard en Lamko waren er druk mee. En onze steunen en
toeverlaten Vivianne, Jefson, Hélène en Delphine kwamen nog langs voor de
laatste verhalen. En de buurkinderen en de man verderop, de gulle gever van de
bananen, enz. We hadden het plan komende zondag afscheid te nemen van de
kerkgemeenschap, maar dat kan nu helaas niet doorgaan. We willen later op een
andere manier nog afscheid nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten