maandag 2 maart 2020

Shovelsoap, woensdag 26 februari 2020


Het programma van de resterende dagen van ons verblijf in Nzérékoré is helemaal omgegooid. De shovel komt niet aanstaande vrijdag maar vanochtend, vroeg. We zijn om kwart over acht op school maar er is geen shovelmachinist te bekennen. Zo rond tienen komt hij nog eens aankakken. Met een machine die de grootste kolenmijn nog zou verslaan in het uitbraken van stinkend zwarte stof. Niet alleen uit de uitlaat, hoewel die wel bedoeld lijkt te zijn voor uitlaatgassen, maar ook uit het motorhuis zelf. Ik zei tegen Gerard ‘Meteen het werk stilleggen wil je geen milieupolitie en Arbo-controleurs op je dag krijgen’. Geintje … we zijn in Guinee. En daar maakt het niet uit of je longen op je dertigste compleet verrot zijn. Geen geintje. Er moet immers geld verdiend worden? Je moet toch leven? En zo is dat. Dus was, zolang de motor draaide, de hele omgeving van de school en het Quartier Bethanie vergeven van de stank en kankerverwekkende stoffen. Er liepen zo’n veertig kinderen rond.


Gerard en ik hadden de werkzaamheden goed voorbereid. Tevoren het terrein ingemeten, de hoogteverschillen vastgelegd en daarvan een kaartje gemaakt en een tekening gemaakt van de nieuw te maken terreinsituatie en het grondverzet. Aan de hand daarvan hadden we deze ochtend de paaltjes geplaatst en aangewezen aan de machinist. Zo wist hij precies wat hij moest doen. Al gauw had hij laten weten dat de paaltjes afweken van wat hem dagen eerder verteld was.  Dat zou kunnen, maar de paaltjes in het terrein waren duidelijk genoeg. Daaraan had hij zich te houden. Enkele uren later bleek dat de machinist toch vasthield aan zijn eerdere idee … waarom mag Joost weten. En dat was ook ongeveer het moment dat de shovel stopte, zo om en nabij twee uur. Mooi moment om even te pauzeren.
Ondertussen had Sjoerdtje goede gelegenheid een tekenles te geven. In het lokaal waren de kinderen redelijk beschermd tegen de uitlaatgassen. We ontmoetten ook ons sponsorkind met de vader.


En we hadden nog een discussie over de aansluiting van de dakgoot van het toiletgebouw op  de citerne. 


Inmiddels deden Gerard en ik enkele klussen en was ik bezig met het typen van de blog van de voorgaande dagen. Vervolgens waren Lamko en Sjoerdtje samen met Jefson naar de markt getogen in het centrum. De ‘pauze’ moest al  lang voorbij zijn, maar het schoolterrein hulde zich nog steeds in stilte. De kinderen waren ook al lang naar huis. 
Het zal ongeveer vijf uur geweest zijn toen Sjoerdtje en Lamko terugkwamen van de markt. De machinist kwam meteen naar Lamko toe om haar in het Mano te laten weten dat hij geld nodig had voor dieselbrandstof. Wat was het geval? Hij was niet gestopt om te pauzeren, maar omdat de brandstof op was. En was vervolgens op z’n krent gaan zitten, drie uur lang. Hij had kennelijk geld nodig om brandstof te kopen. Ondertussen had hij  met niemand contact gelegd om sneller aan brandstof te komen. De druk om het werk snel af te maken was er ook nauwelijks omdat hij tevoren al betaald was voor de opdracht. En hij vond dat hij voor de brandstof nog extra betaald moest krijgen. Ook dit is Afrika. Ik ben benieuwd wanneer en hoe het werk afgemaakt wordt en of dat nog weer extra geld kost. We zullen het niet per ommegaande weten want morgen vertrekken we naar Conakry. Maar niet voordat we afscheid namen van Mama Marja.

.
Sjoerdtje en Lamko hadden de markt in het centrum van Nzérékoré afgeschuimd. Hier de bevindingen van Sjoerdtje. ‘In smalle gangetjes liepen we door een overdekte markt met kleine ongeveer vierkante kraampjes. Stampvol met van alles. Van gesneden rubberbanden (voor het vastmaken van allerlei) tot levende have zoals kippen en vissen. Je kunt het zo gek  niet bedenken. We hebben nog wat spullen ingeslagen voor de reis en voor de kleinkinderen. In de stalletjes liggen hier en daar kinderen en handelaren heerlijk te slapen. Soms gewoon bovenop de spullen. Omdat Vivianne te druk was met allerlei dingen en niet in de gelegenheid was ons terug te brengen, bedacht Lamko een andere manier om ons weer naar school te brengen. We liepen naar het kantoor van de belastinginspecteur, de oom. We werden gastvrij ontvangen en zijn chauffeur bracht ons comfortabel terug naar de school’.

Op de terugweg reden we nog langs een 'Restaurant Hollandais' van een Hollandse dame uit Lemmer. Jammer genoeg was zij er niet, dus van Fries spreken kwam het even niet.


’s Avonds was het nog een drukte van belang, de avond voor vertrek. Van alles inpakken. Van alles regelen. Vooral Gerard en Lamko waren er druk mee. En onze steunen en toeverlaten Vivianne, Jefson, Hélène en Delphine kwamen nog langs voor de laatste verhalen. En de buurkinderen en de man verderop, de gulle gever van de bananen, enz. We hadden het plan komende zondag afscheid te nemen van de kerkgemeenschap, maar dat kan nu helaas niet doorgaan. We willen later op een andere manier nog afscheid nemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten